De Cauwer: "WK-selectie wordt moeilijk ingangsexamen voor Verbrugghe"

Quote

De Cauwer: "WK-selectie wordt moeilijk ingangsexamen voor Verbrugghe"

Maandag maakt bondscoach Rik Verbrugghe zijn selectie bekend voor het WK van 29 september in Yorkshire. De Belgische gegadigden vallen dezer dagen met bakken uit de lucht. Ex-bondscoach José De Cauwer maakt zelf de denkoefening: "Moeten er wel knechten meegaan?"

"In de breedte kunnen we de beste ploeg hebben"

Bondscoach van de Rode Duivels zijn is geen evidente opdracht. Maar ook als bondscoach van de Belgische profs kun je anno 2019 putten uit een zeer grote weelde."Ik denk niet dat er nu wielerjournalisten of -liefhebbers zijn die een WK-selectie kunnen opstellen zonder daarbij twijfels te hebben", legt José De Cauwer uit.
"Er zullen veel renners teleurgesteld zijn, omdat we voor dat parcours 10 à 12 renners kunnen opstellen. Het wordt een heel moeilijk ingangsexamen voor Rik Verbrugghe."
"We zullen niet de beste renner op het WK hebben, want we hebben geen Julian Alaphilippe of Mathieu van der Poel, die sterk en rap is."
"Weinig Belgen kunnen Van der Poel verslaan in de sprint. Maar in de breedte kunnen we wel de beste ploeg van allemaal hebben op dat parcours."

"En dan zwijgen we nog over Evenepoel..."

"De bondscoach heeft keuze uit Van Avermaet, Gilbert, Naesen, Benoot, Vanmarcke, Stuyven, Lampaert… Dat zijn al 7 namen die stuk voor stuk getoond hebben in de klassiekers dat ze op dit WK-parcours uit de voeten kunnen", gaat José De Cauwer verder.
"Van Avermaet is op klassiek gebied nog altijd onze beste renner. Samen met een formidabele Naesen in het voorjaar. Philippe Gilbert is Philippe Gilbert en zal de komende 2 weken in de Vuelta zeker nog gebruiken om op een beter niveau te geraken."
"Lampaert sprint in de Ronde van Duitsland heel goed mee tegen snelle mannen, dat was heel sterk. Maar een Benoot, Vanmarcke en Stuyven in vorm kunnen dat parcours ook heel goed aan. Dan hebben we ook nog Dylan Teuns en Wellens." Thomas De Gendt, die nog een joker kon zijn voor Verbrugghe, heeft besloten om niet deel te nemen.
"We mogen ook De Plus niet vergeten. Hij won op een formidabele manier de BinckBank Tour, nadat hij in de Tour in dienst van de ploeg gereden had. En dan zijn er nog jongens zoals Wallays, Declercq en Devenyns, die misschien wel de beste knecht van allemaal is op zo’n parcours. Devenyns heeft de leeftijd en de rust."
"Er is ook nog Xandro Meurisse, de Belgische verrassing in de Tour. En dan zwijgen we nog over Evenepoel. Als je Evenepoel bezig ziet in San Sebastian en de Ronde van Duitsland, denk je: “Wat kan die jongen niet?”"

"4 kopmannen en 4 knechten: dan verliezen we onze kansen"

Aan kopmannen is er geen gebrek, aan luxehelpers ook al niet. "Ik vraag me af of er wel knechten moeten meegaan", oppert José De Cauwer. "Ik zou niet kiezen voor extra knechten om het werk op te knappen in het peloton."
"Renners zijn voldoende getraind om in het peloton te rijden. Ze kunnen klassiekers rijden en het WK is een klassieke wedstrijd. Ze moeten het zelf doen. Als team moet België ervoor zorgen dat het altijd in een gunstige positie zit en niet in een positie zit waarin je moet werken."
"Wij hebben zo veel goede renners die op dat WK-parcours iets kunnen doen. We moeten eigenlijk altijd de bovenhand hebben."
"Als we moeten knechten tijdens het WK, verliezen we de wedstrijd. Als we kiezen voor 4 kopmannen en 4 knechten, verkleinen we onze kansen. We moeten met zo veel mogelijk goede renners in de finale geraken. En dan gaan voor één Belgische overwinning."

"Ze mogen allemaal kopman spelen, maar ze moeten eerlijk zijn"

Alle Belgen op één lijn krijgen wordt misschien de grootste uitdaging. "Het zal heel moeilijk worden om van al die goede renners in de breedte een heel sterk team te maken."
"Ze mogen en moeten allemaal een beetje kopman spelen. Maar ze moeten vooral eerlijk zijn als ze meegaan in een vluchtersgroep waarvan ze denken: die renners kan ik aan, dus nu rijd ik mee in de kopgroep of die renners kan ik niet aan, dus rijd ik niet mee."
"We moeten altijd proberen mee te zijn in de bewegingen, desnoods met 2 of 3 renners. We hebben de meeste kans op het WK te winnen, als we proberen mee te gaan in een kopgroep waarin we in de breedte het sterkst zijn."
"Het is ook belangrijk dat de bondscoach met elke renner individueel een heel goed diepgaand gesprek heeft. De renners moeten voor één keer hun “eigen ik” kunnen opzijzetten om samen proberen te winnen."
"Dat “eigen ik” opzijzetten, wordt misschien wel het moeilijkste van allemaal. Want iedereen denkt bijna: “Dit is mijn kans of dit wordt mijn laatste kans.” Want de volgende WK’s zijn lastig en voor andere type renners."
"Bondscoach Verbrugghe zal een probleem hebben, hij zal sowieso een pak renners moeten ontgoochelen. Het is een luxeprobleem. Volgend jaar zal dat probleem er niet zijn op een zwaar parcours."

[sporza.be]

Quote

Geef jonge coureurs veiliger trainingskansen, vraagt minister Muyters aan de gemeenten

Autovrije straten moeten Vlaamse wielersport redden

Gisteren om 02:00 door Guy Fransen & Kristof Bohez

De instroom van jongens en meisjes in de wielersport slabakt, en daar wil minister van Sport Philippe Muyters (N-VA) iets aan doen. Hij roept op om meer straten autovrij te maken en BMX-terreinen aan te leggen. Twee actiepunten waarmee de minister de verantwoordelijkheid bij steden en gemeenten legt. “Maar dit alleen gaat de wielersport niet redden.”

Vlaanderen wielerland? Niet bij de min 19-jarigen, zo blijkt. Nog geen 4.000 minderjarigen zijn aangesloten bij een wielerclub. Het stelt weinig voor in vergelijking met de 170.000 kinderen bij voetbalclubs, de 132.000 jonge turners of de 42.000 zwemmertjes. Een van dé redenen: het is te gevaarlijk op de weg. Ouders zijn simpelweg bang om hun kind in het verkeer te sturen.

Veurne vangt dat op door op woensdag een aantal plattelandswegen verkeersvrij te maken, en in Heusden-Zolder dient het autoracecircuit ook als trainingparcours. Maar die enkele projecten volstaan niet. De cijfers van nieuw ge­registreerde renners onderschrijven dat: van 123 naar 99 aspiranten (12 tot 14-jarigen), van 396 naar 229 nieuwelingen (15-16 jaar) in tien jaar tijd.

Daarom werkt Philippe Muyters aan een witboek koers, een beleidsplan waarmee de minister steden en gemeenten wil “aanmoedigen”, zodat in elke provincie twee tot drie afgesloten om­lopen worden gerealiseerd. Ter vergelijking: ­Nederland heeft er in totaal meer dan vijftig.

Met name de Vlaamse steden en gemeenten worden tot actie aangemoedigd. Bijvoorbeeld met één document voor de aanvraag van wielerwedstrijden, waardoor steden en gemeenten die aanvragen minder willekeurig behandelen. Of nog: meer tijdelijk verkeersvrije fietsparcours. En last but not least: meer aan te leggen terreinen voor het BMX-fietsen. Want BMX blijkt een ideale opstap voor jongeren die willen koersen, vanaf vijf jaar al. Het beleidsplan zal erop wijzen dat subsidies voor BMX-terreinen mogelijk zijn. De kostprijs van één terrein draait rond de 250.000 euro, iets minder dan de prijs voor een hockeyveld, veel minder dan de aanleg van een zwembad.

Gemeenten maar matig enthousiast

De vereniging van Vlaamse steden en gemeenten VVSG toont zich matig enthousiast over de oproep. “Tegen de promotie van de wielersport bij jongeren kan je niet zijn”, zegt woordvoerster Nathalie Debast. “Maar het is te vroeg om te zeggen of alle gemeenten zullen meewerken. Het is niet voor elke gemeente evident om straten af te zetten, daarvoor is ook mankracht zoals politie nodig. Ook de aanleg van BMX-infrastructuur moet lokaal bekeken worden. Subsidies kunnen wel een stimulans zijn. Al denken we niet dat ­deze plannen volstaan om de wielersport te redden. Daar is wellicht meer voor nodig.”

[www.nieuwsblad.be]