Welkom! » Log in » Registreer een nieuw account

Frank en Peter over (nog éénmaal) de knie van Tom

Gepost door Cecchini 
Cecchini 08 oktober 2019 22:18
De frons van Tom Dumoulin is verdwenen
door Frank Heinen



Toegegeven: er zijn momenten geweest dat ik dacht dat Tom Dumoulin er beter mee kon kappen. Met fietsen, bedoel ik. Bij andere sporters denk ik dat eigenlijk nooit. Niets in mij fluistert ‘stoppen’ als ik Matthijs de Ligt de bal uit het doelgebied zie smashen, om de volgende ochtend weer met een verdwaasde blik op de voorpagina van de Gazzetta op te duiken, haar in de war, snot in de ogen, als een ontsnapte gevangene. Als ik dat zie, denk ik: lekker doorgaan. Komt wel in orde. Of Kiki Bertens, in de periode dat ze nog begon te trillen als een espenblad als een zege naderde. Het zag er ellendig uit, en zelf schijnt ze regelmatig aan stoppen te hebben gedacht – maar ik niet. Blijven meppen Kiek, alles sal reg kom.

Maar bij Dumoulin? Lang keek hij niet vrolijk. Hij lachte nog wel, maar zelden nog kneep hij zijn ogen bij dat lachen zo dicht als hij dat in het begin van zijn loopbaan had gedaan. Hij vond het vast allemaal nog wel leuk, tweede worden in Giro en Tour en zo, maar met alle succes was er iets plichtmatigs, iets ernstigs in zijn manier van doen geslopen. Alsof hij het spel waar hij ooit voor gekozen had inmiddels zo goed beheerste dat het een sport was geworden. En dat dat minder leuk bleek dan het klinkt.

Steeds vaker ook fronste Tom Dumoulin wanneer hem een vraag werd gesteld. Veel sporters fronsen als ze een vraag wordt gesteld, meestal proberen ze uit die frons een antwoord van onvermoed inzicht te persen. Tom fronst vooral omdat hij de vraag al honderd keer gesteld gekregen heeft, vaak door zichzelf. Komt het goed, ben je op de goede weg, waar gaat het heen, hoe komt dit? Dumoulin kijkt naar zichzelf op een manier waarop een gevreesde recensent naar een routineus uitgevoerd theaterstuk kijkt: met de vernietigend eerlijke blik van een kenner.

En dan die frons, die wenkbrauwuitbouw die alle licht uit zijn toch al donkere ogen weert. De frons van Tom Dumoulin bestaat uit intimiderend norse plukken haar die als aardplaten tegen elkaar schuiven. Als je goed keek, zag je dat de rimpel de vorm van een racefiets had.

Op het laatst werd ik bang dat die fietsfrons zich in zijn gezicht zou vastzetten, zoals je dat wel eens ziet bij wazige blikken of gemene glimlachjes. En elke keer als er dit wielerseizoen iets tegenzat, of als er weer een nieuwe ster opdook en iedereen daar op dook, of het nu een handbagage-Colombiaan was, of een Vlaamse freak of nature, dacht ik even aan Tom Dumoulin, die ergens net over de grens bij Maastricht tegen zijn knie zat te fronsen. Op die momenten vroeg ik (Tom-apostel van het eerste uur en schriftgeleerde van de protocollen van het Dumoulisme) me in gemoede af of een ander bestaan hem niet gelukkiger zou maken. Een bestaan waarin de fiets een vervoermiddel is, in plaats van een verblijfplaats.

Ik bedoel: Tom Dumoulin kán ook echt iets anders. Er woont een groot wielerkampioen in hem, maar bijvoorbeeld ook een meubelmaker. Robuuste, kersenhouten tafels, alles met de hand, gratis levering in en rond Maastricht. Tom in zijn werkplaats, potloodje achter zijn oor, Sky Radio aan, meeneuriënd met ‘Driving home for Christmas’ – terwijl de hond in een hoek ligt te suffen. Of Tom met een gitaar op zijn knie, slijpend aan zijn eerste EP ‘Of the mill’, spelend op zondagmiddag in cafés in Gulpen en Wijlre, in ruil voor een krat Bionade. Tom als student Culturele Antropologie, of als schrijver van geëngageerde kinderboeken, of als brouwer van ’s werelds eerste speculaasbier. Tom als gijzelnemer in een Duitse misdaadserie, in een leren jack, in een loods, ijsberend en sigaretten rokend. Tom de marathonloper, Tom de Wethouder Sport, Tom de eigenaar van olijvenimport delicatessenzaak ‘Geen Noot’ in de Stokstraat. Ik zag Tom Dumoulin staan, in een zwart T-shirt met de bedrijfsnaam erop, stiekem een macadamia snoepend als er niemand in de winkel was. Ik zag het, en nergens kwam er een frons aan te pas.

De laatste tijd denk ik weer vaker aan de wielrenner Tom Dumoulin. Dat komt door de podcast van Laurens ten Dam. Zien kon ik hem daarin niet, maar hemel, wat klonk hij relaxed. Nu is het ook niet moeilijk om relaxed te klinken als je met Laurens ten Dam in een podcast zit, want als je met Laurens ten Dam in een podcast zit, zit je meestal in een bos bij een kampvuur, met een IPA’tje uit San Francisco in de hand en een stuk gegrild dood dier op je schoot, terwijl de dennen ruisen en Laurens bezig is uit te leggen dat het allemaal wel meevalt. Maar het begin was er. Tom Dumoulin sprak weer over wielrennen als het spel waar hij ooit dol op werd, niet als een overvolle wasmand die hij nog moest zien leeg te krijgen.

Gisteren, tijdens de Tour du Dumoulin, haalden Sporza en de NOS hem voor de camera. Tom Dumoulin zag eruit zoals hij eruit zag net voor hij een van de beste Nederlandse wielrenners aller tijden werd. Opgewekt. Scherp. Slim.Als een wielrenner om fan van te worden, als je het nog niet was.

De ogen knepen weer samen als hij lachte. En: de frons was weg.



De knie van Tom Dumoulin blijft me zorgen baren
Door Peter Winnen

Het wielerseizoen loopt op de laatste benen. Komende zaterdag wordt het laatste ‘monument’ verslonden, de Ronde van Lombardije. Een behoorlijk giftige koers omdat elke renner, ploegdokter, ploegmanager, mecanicien, loopjongen, pr-mannetje of -vrouwtje zo’n beetje op de laatste benen loopt. Maar het is een koers als een paukenslag: de Ronde van Lombardije is niet voor de middelmatigen

‘De wedstrijd van de vallende bladeren’ wordt de race sinds oudsher genoemd. Maar zaterdag zal er geen blad vallen. De natuur is er nog niet aan toe. Het huidige klimaat geeft niks om wielerromantiek.

Ik heb nog net de tijd meegemaakt dat in Lombardije de bladeren wél vielen. Weliswaar sloot toen, in de jaren tachtig, het wielerseizoen ongeveer twee weken later dan nu, maar over twee weken valt in Lombardije nog steeds geen blad van een boom. De aarde is plat, heb ik me laten vertellen, en klimaat- verandering een links complot. Dat is geruststellend. De wedstrijd van de vallende bladeren kan zo voor eeuwig de wedstrijd van de vallende bladeren blijven, inclusief de herfstige melancholie.

Ik lees dat Chris Froome de botbreuken van maanden geleden zo goed als verteerd heeft. Hij wil zijn comeback maken in een Japans criterium, zeg maar een showbizzwedstrijdje, eind oktober. Waar voor Froome de lente begint, is het voor anderen (betaald) afkoppelen. Waar anderen naar verlossende inertie snakken snakt Froome naar explosieve zuurstof.

In Nederland hebben we er ook zo eentje die naar explosieve zuurstof snakt na een dood seizoen: Tom.

Tom en zijn knie, er zou een fantastisch kinderboek in zitten met ontwapenende illustraties (op groot formaat) waarbij het hoofd van Tom helemaal samenvalt met zijn knie: de knie dat ben ik.

De knie van Tom blijft me zorgen baren. Hijzelf zegt in een recente podcast dat het goed gaat komen met de knie alhoewel hij in diezelfde podcast ook beweert dat hij nog heel voorzichtig moet zijn.

Ik kan het niet staven met citaten, maar aan de indruk dat de knie hem een welkom sabbatical heeft bezorgd kan ik me niet onttrekken. Natuurlijk, tijdens de sabbatical verhuisde hij naar Jumbo-Visma met de sportieve vergezichten die aan de schilderijen van Turner deden denken. Maar een knie blijft een knie.

Tom houdt niet zo van de openbaarheid, laat staan dat zijn knie van openbaarheid houdt. Afgelopen weekend vond de totaal verregende Tom Dumoulin Classic plaats die zich met name richt op de Limburgse (wieler-)jeugd. Verregend of niet, hier kwam een idealisme tevoorschijn dat zich door geen geblesseerde knie liet tegenhouden.

In zijn anti-sportieve beschavingsmodus vindt Dumoulin dat topsport niks voorstelt als het het platte gejuich niet overstemt. Dumoulin is idealist. Hij doet me denken aan mijn overleden vriend Laurent Fignon. Fignon haatte de cinema van de topsport, maar hij was verliefd op het spelletje wielrennen.
Prikdude 08 oktober 2019 22:37
Wat een aandacht voor de aanstaande vazal van Roglic.
Prikdude 08 oktober 2019 22:45
(Wel dank voor het plaatsen Cecchi)
Luijt 08 oktober 2019 23:40
Ik stem voor t stukje van Winnen. Heinen is me meestal wat te langdradig, maar om nou te.zeggen dat ik allergisch voor zn stukjes ben, nee....
Cecchini 09 oktober 2019 00:27
Nou lok jij alleen maar El Chaba uit de tent. Het was net zo lekker rustig
Sub Culture 09 oktober 2019 06:51
Dat stukje van die Heinen, dat kan toch niet zeg.
Eindhovuh 09 oktober 2019 07:23
Dat stukje van Heinen begon en eindigde prima. Alinea 4,5 en 6 waren er veel te veel aan.
Winnen is me altijd iets te geforceerd literair.
Curzio 09 oktober 2019 08:50
Ik hoopte op een tegendraadse analyse, maar helaas, het is die andere Peter.
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.

Klik hier om in te loggen