Welkom! » Log in » Registreer een nieuw account

De pijn, de metalen heup en het conflict van oud-wielrenner Marc Goos

Gepost door Clavan 
Clavan 21 oktober 2019 12:19
van de NRC site:
Door Enzo van SteenbergenSteven Versepu
NRC

Wielrenner Marc Goos brak in 2014 zijn heup en kwam met zijn ploeg Jumbo-Visma in conflict over de ‘Birmingham hip’ die hij liet plaatsen. Deze metaal-op-metaalprothese wordt in Nederland geweerd. „Marc, wat loop jij scheef. Wat is er?”

In zijn oortje hoort Marc Goos van de ploegleiding dat hij een snelle tussentijd heeft. Hij is 23 jaar en fietst de Artore op, een bergje in de Ronde van Zwitserland. Het is de eerste etappe, een tijdrit, in de zomer van 2014. Goos denkt: ik neem risico bij de afdaling en pak nog een paar seconden.

Dan voelt hij in een haarspeldbocht het gewicht van zijn fiets verplaatsen. De dunne band van zijn voorwiel glijdt weg, corrigeren lukt niet meer. Hij valt plat op zijn linkerheup.

Een verzorger rent naar hem toe. Tilt hem op zijn fiets. Dwars door de adrenaline voelt hij de eerste pijnscheuten. Hij fietst nog naar de finish, maar afstappen lukt niet. Iemand helpt hem een trapje op naar de bus van de Belkin-ploeg (het huidige Jumbo-Visma). Zelfstandig zijn been optillen lukt niet.


Goos weet van de pijn nauwelijks wat er gebeurt. Op de bank in de bus ziet hij de arts kijken: foute boel. Hij heeft zijn heup gebroken en moet meteen geopereerd worden.

Een paar uur later kijkt Marc Goos, wazig van de pijnstillers, op een scherm mee hoe een chirurg het mes in zijn heup zet. Hij denkt even terug aan de Giro d’Italia, zijn eerste grote ronde, die hij kort daarvoor reed.

In Italië kon hij met de beste renners mee in de koninginnenrit, over de Gavia en de Stelvio. Zijn fietsbril bevroren, opgehoopte sneeuw langs de kant van de weg. Goos wordt 35ste die Giro – als beloning zou hij een nieuw contract krijgen. Hij hoopt ooit kopman te worden. Hij heeft in interviews al gezegd dat hij zijn top nog moet bereiken.

Hij hoort de arts pinnen in zijn heup tikken. Geen moment denkt hij op de operatietafel dat zijn carrière in gevaar is. Hij kan nog niet voorzien dat hij in de jaren erna in het middelpunt komt te staan van een felle discussie tussen orthopeden over de zogenoemde ‘Birmingham hip’, een bepaald type kunstheup.

De ingreep die hem in staat stelde uiteindelijk weer op hoog niveau te fietsen, zou door zijn ploeg afgeraden worden. En de medische onenigheid, door een orthopeed beschreven als „een oorlog”, zou voor hem eindigen in een flinke ruzie met de belangrijkste wielerploeg van Nederland.

Een metalen heup
Twee kampen, één betwiste kunstheup: de Birmingham hip. Dit type, in Nederland beter bekend onder de naam sportheup of ‘resurfacing’ (oppervlak vernieuwing), werd in de Engelse stad ontwikkeld en vanaf 1998 toegepast. De kop en de kom van deze prothese bestaan beide uit metaal en de kop draait als een kogel in de schaalvormige kom.

De Birmingham hip is vooral populair bij jongere mannen, onder de vijftig, die veel willen sporten, maar dat door de pijn in hun heup niet meer kunnen. Vaak worden zij nog te jong bevonden voor een conventionele ‘totale’ kunstheup.

In Nederland besloot de Orthopaedische Vereniging, de beroepsorganisatie waarvan de richtlijn leidend is voor orthopedisch chirurgen, dat de resurfacing prothese per 2012 niet meer gebruikt mag worden. Volgens de vereniging is de kunstheup „inferieur”.

De kans bestaat dat metaalslijpsel in het bloed komt (zogeheten metaal-ionen), dat voor ernstige ontstekingen kan zorgen, zegt Matthias Schafroth, orthopeed en secretaris van de werkgroep heup van de Orthopaedische Vereniging. „De verhoogde ionenconcentratie kan onder meer het hart en het zenuwstelsel aantasten”, zegt Schafroth. „En het kan zorgen voor forse lokale weefselreactie, zogenoemde pseudotumoren [schijngezwel, red.], met soms behoorlijke aantasting van de weke delen rondom de heup.”

Verzekeraars in Nederland vergoeden de Birmingham hip niet meer, sinds het besluit in 2012. Internationaal is er geen eenduidigheid. In Denemarken en Zweden bestaat ook een verbod, maar in België en Duitsland weer niet.

Metaalslijpsel
Jaarlijks worden in Nederland zo’n 30.000 heupoperaties uitgevoerd. De conventionele kunstheup – met polyethyleen, ofwel plastic – is de standaard. Oorzaak van het geschil tussen voor- en tegenstanders van de metaal-op-metaal heup ligt bij de ASR-implantaten, van de Amerikaanse firma DePuy, onderdeel van Johnson & Johnson. Die veroorzaakten vorig decennium veel problemen: operaties moesten opnieuw, metaalslijpsel kwam los, patiënten kregen last van pijn en zwellingen.

In 2010 werd dit model van de markt gehaald. Vervolgens werden in Nederland alle metaal-op-metaal-prothesen in de ban gedaan.

Het onderwerp kwam begin dit jaar weer in het nieuws, nadat de Britse tennisser Andy Murray een resurfacing-heup had laten plaatsen. Hij speelt nu weer op topniveau, dit weekend won hij een toernooi in Antwerpen. „Ik zou het hem zeer hebben afgeraden”, zei de voorzitter van de beroepsvereniging destijds in het AD.

„Onzin”, zegt de Belgische orthopeed Koen De Smet. Hij heeft een kliniek in Gent en deed naar eigen zeggen meer dan 5.000 resurfacing-operaties, waaronder ook bij acteur Jean-Claude Van Damme en oud-voetballer Enzo Scifo.

Zo’n 1.500 Nederlanders ondergingen een resurfacing-operatie in zijn kliniek. Patiënten worden regelmatig gecontroleerd op mogelijke metaalionen in het bloed – wat volgens De Smet bijna nooit voorkomt bij zijn patiënten. „Ik plaats resurfacing-protheses nu al 21 jaar. Als er echt problemen mee zouden zijn, dan ben ik de eerste die ermee moet stoppen.”

Marc Goos, de wielrenner van de ploeg die nu Jumbo-Visma heet, zat een jaar na zijn heupbreuk in de Ronde van Zwitserland nog steeds thuis op de bank. Hij herstelde slecht. Tijdens de revalidatie bleek niet alleen de heup beschadigd, maar ook een bloedvat. Er stroomde te weinig bloed naar zijn heupkop, waardoor een deel van het bot afstierf.

„Ik liep op krukken. De hele dag”, vertelt Goos in een hotel vlak bij Breda. Hij had net een huis gekocht, dus hij kon wat dingen voor de verhuizing plannen. Maar klussen ging niet, lopen nauwelijks, fietsen zeker niet. „Ik was gewend om elke dag te sporten. Ineens mocht ik niets meer. Mijn energie niet kwijt kunnen, dat is voor mij afzien.”

Goos probeert in samenspraak met zijn ploeg een stamceltransplantatie, maar in het najaar van 2015 blijkt dat die niet aanslaat. Dat is het moment dat Goos tussen de twee kampen komt die zich onder orthopeden hebben gevormd over de Birmingham hip. Een sluimerend conflict met Jumbo-Visma over zijn blessure en herstel „escaleert”, vertelt Goos.

Vlak voor de Ronde van Zwitserland had Goos een mondeling akkoord over verlenging van zijn contract met twee jaar. Getekend was er nog niet. Om zijn huis te kunnen kopen had de ploeg wel een ‘intentieverklaring’ afgegeven, waardoor zwart-op-wit stond dat het contract verlengd zou worden.

Goos: „Meteen nadat ik geblesseerd raakte begon het getouwtrek over dat contract. De ploeg zei dat er geen overeenkomst was en probeerde er onderuit te komen. Maar ik had die intentieverklaring, dus ze moesten wel tekenen.”

Het contract, in bezit van NRC, wordt uiteindelijk in september 2014 getekend door Goos en Richard Plugge, algemeen directeur van het team. Er staan gedetailleerde medische passages in. Renners zijn verplicht om de voorschriften en regels van de teamdokters op te volgen, ze moeten hun complete medische dossier aan hen overdragen en ze mogen alleen na overleg met de ploeg een externe arts raadplegen. Gaat een renner in tegen het advies van de medische staf, dan kan het contract worden ontbonden.

Precies over die bepalingen krijgen Goos en de ploegleiding onenigheid. Goos wil andere behandelopties zoeken, maar hij merkt dat het team niet met hem verder wil. Hij zegt dat hij geen nieuw kledingpakket kreeg en dat er niet, zoals gebruikelijk, een nieuwe fiets voor hem werd besteld. Het zijn voorbeelden waar Jumbo-Visma niet op wil ingaan. Goos zegt erover: „Ik kreeg het gevoel dat ze erop aanstuurden dat ik zou stoppen met fietsen.”

Pijnstillers slikken
Goos begint te e-mailen met orthopeden, ook in het buitenland. Hij wordt gewezen op Koen De Smet, de orthopeed uit Gent die veel ervaring heeft met resurfacing-operaties. Goos is enthousiast – dit zou zijn topsportcarrière kunnen redden, denkt hij.

Maar als hij het aan de ploegleiding voorlegt, krijgt hij een duidelijk antwoord: nee, geen discussie mogelijk. In een schriftelijke reactie laat een woordvoerder weten dat Jumbo-Visma zich houdt aan „de richtlijnen zoals de beroepsgroepen in Nederland voorschrijven”.

Goos zit klem. Hij kan geen resurfacing-operatie in België laten doen omdat de Nederlandse Orthopaedische Vereniging die ingreep niet ondersteunt. Als Goos het wel doet, staat in zijn contract, heeft Jumbo-Visma een reden om hem te ontslaan: hij zou dan de richtlijnen van zijn eigen medische staf overtreden.

De ploegartsen bieden geen goed alternatief, vindt hij. In Nederland is een totale kunstheup in dit soort gevallen een optie. Maar zo’n kunstheup gaat geen leven lang mee en kan niet onbeperkt worden vervangen – een resurfacing prothese overigens ook niet. „Ik was nog heel jong voor een totale kunstheupoperatie”, zegt Goos. Hij is dan 25.

In gesprekken met artsen wordt hem duidelijk gemaakt dat hij, als hij kiest voor een klassieke kunstheup, rond zijn veertigste waarschijnlijk een eerste revisie-operatie (vervangende prothese) moet ondergaan. En rond zijn 55ste nog een keer. „Toen ik dat voorlegde aan de ploegarts, raadde hij me aan pijnstillers te slikken totdat ik oud genoeg was voor een totale kunstheup. ‘Als je vijf jaar kan rekken, ben je weer verder’, zei hij.”

Thuis kan Goos dan nauwelijks de trap op. Al heeft hij soms een goede dag en lijkt lopen bijna normaal te gaan. Op zo’n dag gaat hij een keer boodschappen doen. Op de stoep komt hij de buurman tegen. Die zegt: ‘Marc, wat loop jij scheef. Wat is er aan de hand?’. Goos gaat schever lopen om zijn heup te ontlasten, met het risico dat hij ook rugproblemen krijgt. Hij weet: er móét iets gebeuren.

Met fysiotherapeut Wilfred Sip uit Breda praat Goos in die tijd over zijn opties. Sip heeft jarenlang bij de Rabobank-wielerploeg gewerkt en heeft veel topsporters behandeld. „Het was een rare situatie”, vertelt Sip. „De enige manier om nog terug te keren op de fiets was een resurfacing-operatie, maar doordat de ploeg het niet wilde kwam Marc in een patstelling terecht. Hij werd persona non grata voor de ploeg.”

Najaar 2015 hakt Goos de knoop door: hij betaalt uit eigen zak zo’n 10.000 euro om bij De Smet in Gent een resurfacing-operatie te ondergaan. „Het heeft me mijn spaarpot gekost.”

Op een röntgenopname van de operatie is te zien hoe de metalen prothese is aangebracht – qua design heeft het iets weg van een fietsbel. Goos: „Ik moest kiezen tussen mijn contract of mijn gezondheid. Natuurlijk wilde ik nog topsporter zijn, maar ik wilde in ieder geval een actief leven kunnen leiden. Dit was voor mij de enige optie.”

Jumbo-Visma wil niet ingaan op specifieke vragen over medische keuzes, omdat de ploeg het beroepsgeheim van de artsen niet wil schenden. Een woordvoerder zegt: „Wij begeleiden iedere renner die een blessure oploopt zo goed als mogelijk met onze eigen medische staf en waar nodig externe specialisten. In sommige gevallen leidt een blessure helaas tot het einde van een topsportcarrière. Wij beseffen hoe ongelofelijk zuur dat is voor een atleet die zijn droom uiteen ziet spatten.”

Kans op falen
Eric Breemans is een ervaren orthopedisch chirurg in Delft en pleitbezorger van de resurfacing-prothese. Hij plaatste er meer dan 500. „Ik ben de enige in Nederland die is doorgegaan na 2012.” Hij had twee verzekeraars bereid gevonden om dergelijke operaties te vergoeden.

Het probleem, zegt zowel Breemans als De Smet: als orthopeed moet je veel resurfacing-protheses hebben geplaatst – minimaal enkele honderden – en dat ook blijven doen om het goed te kunnen. De positionering moet precies kloppen, anders is de kans op falen van de prothese groter. Breemans: „Bij resurfacing heb je een veel kleinere marge van fouten in vergelijking met de traditionele heupprothese.”

In 2015 begint hij een studie naar het functioneren van de resurfacing-prothese. Proefpersonen worden uitgenodigd om mee te doen. Doel van het onderzoek: aantonen dat de Birmingham hip veilig kan worden geplaatst én dat hij in Nederland weer zou moeten worden toegestaan door de beroepsvereniging.

Maar dat mislukt. Doordat het aantal aangesloten verzekeraars beperkt is, melden zich onvoldoende patiënten aan: slechts 35 in de bijna drie jaar dat de studie loopt. September 2017 moet Breemans het onderzoek beëindigen.

Hij stopt ook zijn inspanningen om hier operaties uit te voeren met de Birmingham hip. „Ik heb het opgegeven. Het heeft geen zin meer, het is hier weg”, zegt Breemans. In 2018 is er nog één geplaatst in Nederland, blijkt uit het landelijke register. In 2009 waren dat er nog 865. Breemans: „Het kind is weggegooid met het badwater.”

Geen onderdeel meer van de ploeg
Na zijn resurfacing-operatie, in november 2015, moet Marc Goos opnieuw recht leren lopen. Dat doet hij met fysiotherapeut Sip. Zijn contract is nog niet verscheurd, maar hij krijgt ook geen medische begeleiding meer van Jumbo-Visma. Na twee maanden mag hij van Sip weer op de fiets.

De fysiotherapeut rijdt zelf mee. Sip: „Op de weg van Rijsbergen naar Breda wilde hij even aanzetten. Ik zeg: probeer maar. Binnen de kortste keren zag ik alleen nog een stipje in de verte.”

In januari 2016 mag Goos bij de jaarlijkse presentatie van de wielerploeg niet het podium op. Hij snapt zelf niet waarom, zegt hij die dag tegen Omroep Brabant: „Ik ben nog gewoon renner.” Teamdirecteur Plugge zegt tegen de omroep dat Goos wat hem betreft „geen onderdeel uitmaakt van onze ploeg”.

Goos vertrekt na een aantal maanden revalideren op eigen initiatief naar Spanje om in de bergen te trainen. Zijn topsportlijf herstelt snel, hij wil weer wedstrijden rijden om te zien of hij zijn oude niveau kan benaderen. Het voelt voor hem als een „bizarre situatie”. Buiten zijn ploeg om heeft hij gezorgd dat hij weer kan fietsen, maar terwijl zijn contract nog loopt wil de ploeg geen gebruik meer van hem maken.

In de zomer van 2016 rijdt hij op eigen initiatief een Belgische kermiskoers in een (oud) shirt van zijn ploeg. Plugge ziet een foto van de koers en appt boos naar het management van Goos: waar is hij mee bezig?

Dat frustreert Goos. „Ik was klaar om het weer te proberen. Maar ik kreeg de kans niet. Ik had me driekwart jaar helemaal de pleuris gewerkt. Dan komt het moment dat je weer wedstrijden kan rijden, en dan mag het niet.”

Hij verwijt de ploegleiding van Jumbo-Visma dat ze de operatie die zorgde dat hij weer kon fietsen niet ondersteunden, dat hij daarna niet werd geholpen bij zijn revalidatie en dat hem werd verboden nog wedstrijden te rijden.

Goos: „Ik dacht vaak: wat was er gebeurd als ik bij een normaal bedrijf zou werken? Je bent een tijdje arbeidsongeschikt, dan moeten ze er alles aan doen om je weer aan de gang te krijgen. Maar ik moest dat allemaal zelf doen en mocht daarna niet werken.”

In augustus 2016 besluiten hij en Jumbo-Visma het contract te beëindigen. Volgens de woordvoerder van de wielerploeg zijn ze „in goed overleg uit elkaar gegaan”. Goos maakt dat seizoen af bij zijn oude club, De Jonge Renner uit Oosterhout, waarmee hij in de landelijke competitie rijdt.

Hij krijgt nog een kans bij de profs, in 2017, op zijn 26ste. Hij tekent bij de opleidingsploeg van team Sunweb, dat rijdt onder een Duitse licentie – in dat land mogen wel resurfacing-operaties worden uitgevoerd. In die periode komt hij naar eigen zeggen op 95 procent van het niveau dat hij ooit haalde. Hij raast soms weer ouderwets met 80 kilometer per uur in afdalingen.

Volgens hem zit hij „dicht” tegen een nieuw contract aan, maar de ploeg doet hem aan het eind van dat seizoen geen nieuwe aanbieding. Tom Dumoulin heeft namens Sunweb dan net de Giro d’Italia gewonnen en veel renners willen graag bij de ploeg rijden: voor Goos is geen plek. Eind 2017 beëindigt hij zijn carrière.

Tijdens het gesprek in het hotel krijgt Goos een appje van een vriend: of hij een rondje mee gaat fietsen. „Ik probeer het weer als een hobby te zien”, zegt hij. Goos is nog steeds blij dat hij de operatie heeft ondergaan. Hij kan normaal leven, vrijuit sporten. Bang voor complicaties is hij niet, ook al kent hij de verhalen over eerdere problemen met metaal-op-metaal-heupen. Elk jaar wordt zijn bloed op metaaldeeltjes gecontroleerd, tot nu toe was het in orde.

Marc Goos runt nu samen met zijn broer het bedrijf dat hun vader Jan in 1987 oprichtte. Ze plaatsen koel- en vriesinstallaties, voornamelijk in de detailhandel en de agrarische sector. Goos: „Ik heb fysiek werk. Maar ik kan alles.”
Brieske 21 oktober 2019 12:55
Fuck, begon soeper boeiend maar toen ik dat stuk tekst las al heel snel afgehaakt. Tijd is geld je weet zelf broeders, een gezien ik niks om geld geef maar wel om tijd snap ik het nu ook niet meer.

Anyway, samenvatting?

Groet
Clavan 21 oktober 2019 13:30
Goos valt, breekt heup, conflict over te volgens heup operaties, Richard niet blij, toch contract, uiteindelijk beiden niet blij, Goos nu ondernemer.
Luijt 21 oktober 2019 13:58
Je vergeet erbij te zeggen dat het nu weer goed gaat met Goos.
Sub Culture 21 oktober 2019 14:14
Dat hij voor een zeer naar ploegje reed.
Lucho Herrera 21 oktober 2019 14:22
Net als Lefevere heeft Plugge inderdaad nare trekjes. Dat schijnt erbij te horen op dat niveau.
Orakel 21 oktober 2019 15:04
Juni 2014: de val
Najaar 2015: stamceltransplantatie slaat niet aan.
Najaar 2015: operartie heup.
Januari 2016: interview "Ik hoop straks natuurlijk wel weer op de fiets te zitten".

In januari 2016 mag Goos bij de jaarlijkse presentatie van de wielerploeg niet het podium op. Hij snapt zelf niet waarom, zegt hij die dag tegen Omroep Brabant: „Ik ben nog gewoon renner.” Teamdirecteur Plugge zegt tegen de omroep dat Goos wat hem betreft „geen onderdeel uitmaakt van onze ploeg”.

Het is natuurlijk heel sneu, maar wanneer je na 19-20 maanden nog steeds niet fietst, kan je een ploeg niet kwalijk nemen dat ze zich op de renners focussen die wél wedstrijden rijden. Je was geen wielrenner meer, je had enkel het contract.
Aerts 21 oktober 2019 15:59
Valt mij op dat bij een 'normaal' bedrijf, het uwv de onderneming flink onder druk zet om de werknemer weer aan het werk te zetten. Er wordt heel dwangmatig een plan opgesteld en wekelijks gecontroleerd of er aan gehouden wordt.
Maar in de sport is dit dus niet het geval. Daar heeft Gooa wel een punt. Zeker nog omdat het om een 'bedrijfsongeval gaat.
Eindhovuh 21 oktober 2019 16:16
Plugge is heel hard "zakelijk" zoals ze dat dan noemen.
Mijn ervaring is dat die houding uiteindelijk vaak negatief uitpakt.
Eindhovuh 21 oktober 2019 16:18
Dit was gewoon voorsorteren op je positie in een mogelijk juridisch conflict.
Het had qua focus natuurlijk niets uitgemaakt om hem in een shirtje op dat podium erbij te laten staan.
Punt was dat ze van hem af wilden omdat ze geen vertrouwen hadden dat hij nog van waarde zou worden.
Sub Culture 21 oktober 2019 16:49
Ridder Kale Knikker 21 oktober 2019 19:58
Ga je nu echt Plugge met Lefevre vergelijken? Richard Plugge heeft uit de puinhopen van team Rabobank met hele veel passie en kunde een topploeg op poten weten te zetten. Tegen de wind in moeten zeilen en is daarin geslaagd. Dan verdien je het niet om vergeleken te worden met die boef van een Lefevre.
Orakel 21 oktober 2019 19:58
Hoe diep een wielrenner gaat, dat mag een normale werkgever niet van een werknemer verwachten. Je kan het dan ook niet met elkaar vergelijken.
Lucho Herrera 21 oktober 2019 21:22
Ja dat doe ik echt. Het verhaal dat Plugge bij moeizame contractonderhandelingen met Tankink opstond, vertelde dat Tankink de rekening in het restaurant zelf kon betalen en wegliep. Meer hoefde ik niet te weten. Wat een lul dacht en denk ik.
Orakel 21 oktober 2019 22:06
Dat is sterk onderhandelen: goed duidelijk maken waar vraag en aanbod ligt.
Lucho Herrera 21 oktober 2019 22:34
Ik geloof direct dat Plugge een goede zakenman is en hard/goed kan onderhandelen. Maar dat gaat juist vaak samen met een ongelooflijke lul zijn.
opoeepo 21 oktober 2019 22:48
Een goede zakenman, echter, neemt de restaurant-nota voor zijn rekening, een ongelooflijke
lul laat je er mee zitten.
Luijt 22 oktober 2019 08:52
Wel vrij makkelijk om Plugge na zo'n verhaal af te sabelen. En dan zoiets met zo'n rekening als overtuigend bewijs van het klootzakschap overleggen. Grote klasse! In het land zonder wederhoor is eenoog koning!
Lucho Herrera 22 oktober 2019 09:03
Of jij bent te lui om naar meer van dat soort verhalen te zoeken? Er zijn genoeg voorbeelden te vinden. Maar ik probeer Plugge helemaal niet neer te sabelen. Ik wil hem ook krediet geven voor hoe hij in no time Blanco veranderde in Belkin en vervolgens is gaan bouwen aan Lotto/Jumbo. En daar nu zeer succesvol mee is. Maar dat daar ook nare trekjes bij komen kijken mag toch ook benoemd worden? En dat ik hem dan heel kort door de bocht een lul noem, is mijn wellicht overdreven persoonlijke gevoel bij deze man.
ton duk 22 oktober 2019 09:29
Nog niet eens zo lang geleden leek 't dat Plugge zelf de restaurantrekening mocht betalen na/in gesprekken met de hoofdsponsor...hoewel ik de hoofdsponsor in schat van : ik betaal incl een gulle tip voor de Nederlandse serveerster

Plugge heeft zonder aanziens des persoons in de omkadering gesneden wat veel kwaad bloed zette bij de "oude garde"
De winnaar heeft dan wel weer altijd gelijk en die "oude garde" zie je nu bij andere ploegen ( de Vaan oa bij CCC) ........

Plugge en Zeeman is toch een gouden combinatie gebleken...
gr
Ridder Kale Knikker 22 oktober 2019 10:43
Lucho Herrera Schreef:
-------------------------------------------------------
> Ik geloof direct dat Plugge een goede zakenman is
> en hard/goed kan onderhandelen. Maar dat gaat
> juist vaak samen met een ongelooflijke lul zijn.

De vergelijking met Patlef is waar ik over struikel. Dat je hem een ongelooflijke lul vindt, maakt mij niet uit. Zegt namelijk meer over jouw referentiekader en allergieen dan over Plugge. In mijn beleving verdient Plugge een hele hoop waardering, omdat hij een onmogelijke klus geklaard heeft en ons supporters een ploeg heeft gegeven waarop we weer trots mogen zijn. Patlef is een maffiabaas, een vertegenwoordiger van het oude wielrennen met een hoop boter op zijn hoofd. Zegt dat wat over mijn referentiekader en allergieen? Jazeker! Ik heb een broertje dood aan hooghartige dopeurs en fraudeurs met een dikke nek. Niks menselijks is mij dus vreemd.
Luijt 22 oktober 2019 11:30
Over Plugge zullen best veel verhalen te vinden zijn en ik heb er ook wel een paar gelezen.
Uit die verhalen doemt niet meteen op dat ie een lul is wat mij betreft. Meer dat van een omhoog gevallen gymnastiekleraar die zichzelf nogal plotseling aan het hoofd van een wegkwijnende wielerploeg terugvond. Je zou 'm zo op het eerste oog ook niet al teveel managerskwaliteiten toedichten, maar het lijkt er op dat ie de club aardig op de rails heeft gekregen.
Ik ken de man niet, maar als ik m zo op TV zie, ook dan denk ik niet meteen: wat een lul.
En dat terwijl ik dat bij heel veel andere mensen wel onmiddellijk heb en m'n mening dan uiteraard ook nooit meer bijstel. Als bij ons thuis per ongeluk door iemand RTL 4 of SBS 6 wordt aangezet, dan bekruipt mij dat gevoel onmiddellijk bij bijna alle mensen die ik in beeld zie verschijnen. Veel politici is hetzelfde lot beschoren.
Cecchini 22 oktober 2019 14:18
Loop nu dan maar helemaal leeg Luijt. Het zal opluchten. En blijf voorzichtig met het afgeven van de afstandsbediening
Tinuz 22 oktober 2019 18:13
Zeeman heeft uitstekend werk verricht. Eerlijk is eerlijk.
Plugge ook.
We, de verzamelde kenners, dachten allemaal dat die ploeg het kneusje van de World Tour zou worden na het potsierlijke gedoe met Belkin.
Lucho Herrera 23 oktober 2019 06:46
Ik moet je gelijk geven!
Curzio 23 oktober 2019 09:43
Ik kan me dat zo niet herinneren. In mijn ogen begonnen de successen al tijdens de Belkin (en zelfs Blanco) periode.
Tinuz 23 oktober 2019 13:50
Ik herinner me vooral het abrupte einde van Belkin en de onzekerheid bij de ploeg. Achteraf is het opstappen van Belkin een zegen geweest toen Lotto en, naar later bleek, het stabiele Jumbo in het gat kon springen, al zag dat er in de beginperiode niet naar uit.
opoeepo 23 oktober 2019 14:28
Dankzij de RABO-centjes.
Curzio 23 oktober 2019 20:02
Bau en Lau, dat was Belkin. De waaiierrit. 4e en 5e op Ax 3 Domaines. 38 zeges in 2013.
Tinuz 23 oktober 2019 20:23
Met name 2015 onder de vlag van TeamLottoNL was een baggerjaar met amper 6 overwinningen. Iedereen zat met de handen in het haar.
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.

Klik hier om in te loggen