Vestingcross Hulst

Quote

Iserbyt pakte ruim een derde meer poen dan Van der Poel, maar de grote slokop in de cross is een vrouw: “Ik had er geen idee van”

Ze waren de dagwinnaars in Hulst en ze zijn ook de grootverdieners van het voorbije cross-seizoen. Niemand raapte dit seizoen meer prijzengeld bij elkaar dan Eli Iserbyt (22) en Ceylin del Carmen Alvarado (21). “108.000 euro? Dat is toch veel, ja.”

Natuurlijk won Mathieu van der Poel bijna overal waar hij aan de start kwam, maar finaal zijn de prijzen in het veldrijden mooi verdeeld. Laurens Sweeck haalde zaterdag in Middelkerke de Superprestige binnen (zie kader), waardoor elk van de klassementen dit seizoen door een andere renner is gewonnen. Toon Aerts pakte eerder de Wereldbeker, Iserbyt won de DVV Trofee. Het WK ging dan weer autoritair naar Van der Poel.

Wie is dan de meest dominante renner van het seizoen? Het lijstje van de gecumuleerde prijzengelden (zie hiernaast) laat er weinig twijfel over bestaan: Eli Iserbyt is bij de mannen de grote slokop met 108.380 euro. Een bedrag waar hij zelf van staat te kijken: “Dat is veel geld, ja. Neen, ik hou dat zelf niet bij. Mijn pa is de man van de cijfers. Maar natuurlijk is dit mooi. Vorig jaar zat ik niet eens aan een tiende van dat bedrag.”

Iserbyt weet ook wel dat hij scoort omdat Van der Poel en Van Aert de klassementen steeds meer links laten liggen. Maar hij presteerde wel een heel seizoen constant over alle crossen heen. Bij Laurens Sweeck is bijvoorbeeld de DVV Trofee een negatieve uitschieter en Toon Aerts had de pech om op een cruciaal moment in het seizoen een ribbreuk op te lopen.

Het bijgevoegde lijstje is louter een overzicht van de prijzengelden. De toprenners verdienen een veelvoud daarvan aan startgeld, maar Iserbyt hoort daar op dit moment nog niet bij. “Dit is pas mijn eerste seizoen dat ik voltijds bij de profs rijd. Mijn prijzengeld zal op dit moment hoger zijn dan mijn startgeld. Tel alle inkomsten in het veldrijden op en ik sta zeker niet op één.” Pas vanaf volgend seizoen zal Iserbyt ook in de startgelden aansluiting vinden bij de subtop onder Van der Poel en Van Aert.



Bij de mannen is het prijzengeld “mooi meegenomen”, maar allemaal hebben ze ook nog eens een goed profcontract bij een team. Iserbyt, renner bij Pauwels Sauzen-Bingoal, mag dan voorlopig meer verdienen aan prijzengeld dan aan startgeld, zijn loon bepaalt het grootste deel van zijn inkomen als crosser. “Ik heb een mooi contract bij Jurgen Mettepenningen”, zegt hij. “Al de rest staat daaronder.”

“Zo, dat is een mooi bedrag”

Helemaal anders is de situatie bij de vrouwen. De prijzengelden zijn dit seizoen grotendeels gelijkgesteld tussen mannen en vrouwen. Alleen in de individuele manches van de wereldbeker zijn er nog minimale verschillen, maar ook die worden de komende twee jaar weggewerkt.

Zo komt het dat Ceylin del Carmen Alvarado meer prijzengeld bij elkaar fietste dan eender welke man. Daarvoor moest ze wel wereldkampioene worden en de Superprestige én de DVV Trofee winnen. In de wereldbeker finishte ze ook nog tweede na Annemarie Worst.

Het aantrekkelijke prijzengeld bij de dames is zonder twijfel één van de factoren die het niveau enorm naar boven trekt, maar in globale verdienste komen de dames niet in de buurt van de mannen. De lonen en de startgelden liggen er gigantisch veel lager. 126.870 euro aan prijzengeld – weliswaar voor belasting – scheelt zo een slok op de borrel voor Alvarado. “Zo, dat is een mooi bedrag”, zegt ze. “Ik had er zelf helemaal geen idee van. Het is natuurlijk ook het eerste jaar dat ik zoveel heb gewonnen. Voor mij is mijn prijzengeld hoger dan mijn loon en startgeld. In totale verdienste komen wij niet in de buurt van de mannen, maar heel fijn dat we toch met zo’n bedrag naar huis mogen.”



[www.nieuwsblad.be]