Welkom! » Log in » Registreer een nieuw account

Dylan van Baarle en Daniel Abraham Gebru

Gepost door lodjan 
lodjan 20 juni 2020 21:32
Dylan van Baarle

InterviewWielrenner Dylan van Baarle is klaar voor koersen, na maanden trainen op zijn balkon

Dylan van Baarle Maandenlang zat hij in zijn eentje in Monaco opgesloten, de hometrainer werd zijn beste vriend. Maar Dylan van Baarle (28) vindt dat wielrenners goed op zichzelf moeten kunnen zijn. „Door mijn opvoeding heb ik dat nog ietsjes extra.”

Dennis Boxhoorn, 19 juni 2020, leestijd 7 minuten

Hij is een echte wielrenner, schrijft hij een week voor de afspraak. En die lopen nóóit. Vaak heeft hij er geen puf voor, na trainingen van zeven uur in de bergen. Alleen voor boodschappen komt hij buiten. Dan meandert hij over de onmogelijke wegen van Monaco langs stoplichten en door tunnels naar de plaatselijke Carrefour, net aan de andere kant van de heuvel. Dus als Dylan van Baarle (28) deze maandag zijn hagelwitte appartementencomplex uit komt gelopen voor een wandeling door het curieuze vorstendom, betreden we onontgonnen gebied.

Hij draagt een mondkapje, naar orders van zijn ploeg. Bij het grote Ineos laten ze niets aan het toeval over. Hij heeft zwarte basketbalsneakers aan, een korte joggingbroek, een wit T-shirt met twee rode harten op de borst, en daaroverheen een sportvest, alsof het niet drukkend warm is. Alleen de pezige, kale onderbenen verraden zijn metier.

Hij leidt de weg, via een metalen trap richting de haven van Monaco, waar de miljoenenjachten zij aan zij liggen afgemeerd. Hij woont hier al bijna twee jaar, maar het verbaast hem nog steeds. We steken de drukke Boulevard Albert 1er over, finishstraat van de jaarlijkse Formule 1-race. Nog nooit maakte hij dat spektakel mee, in die periode bereidt hij zich op Tenerife voor op de rest van het wielerseizoen. En dit jaar werd de race vanwege het coronavirus afgelast. Gelukkig maar, zegt hij. „Alles is hier dan afgesloten. En er zijn al geen wegen. Zullen we richting het paleis lopen?”

Een wandeling van 4,8 kilometer in Monaco

Dylan van Baarle heeft de afgelopen twee maanden bijna geen mens gezien. Op 18 maart keerde hij halsoverkop terug van een trainingsstage in Zuid-Afrika, waar hij met Chris Froome net op stoom raakte in voorbereiding op het Vlaamse wielervoorjaar. In Australië had hij een goede seizoensstart gehad. Aan de Algarve was hij weliswaar ziek geworden, maar hij was in vorm, reed viervoudig Tour-winnaar Froome – nog mank lopend na zijn doodsmak in de Dauphiné een jaar geleden – er in Afrika bergop af. Het kamp was op alle fronten een succes; de omgeving was geweldig, en de vechtlust van Froome was een bron van inspiratie. Maar de twee beseften: je moet er niet ziek worden.

Van Baarle landde ’s ochtends in Monaco en zou ’s middags doorvliegen naar Nederland, maar wilde eerst de situatie overzien vanuit zijn thuishonk. Toen hij begreep dat het menens was, besloot hij in Monaco te blijven. Zijn zusje heeft een schildklierafwijking, haar aanstaande echtgenote taaislijmvliesziekte. En zijn moeder is 55 jaar. „Als je er bent, wil je ze toch zien. Dat risico wilde ik niet nemen. Maar toen wist ik niet dat het twee maanden zou gaan duren.”

Al die tijd zat hij in een strenge lockdown in zijn duplex-appartement van 84 vierkante meter. Uren bracht hij door op zijn balkon met uitzicht over de Middellandse Zee, waar hij zijn hometrainer had opgesteld om kilometers te blijven maken, soms wel 160 op een dag, zeven dagen per week. Tot verbazing van zijn volgers elders in de wereld.

Fietsen op een hometrainer is ook zijn hobby niet, maar hij had geen keuze; buiten was het verboden. En zo had hij tenminste iets om handen. Hij is geen lezer, geen gamer, geen doe-het-zelver. „De rustdagen waren het verschrikkelijkst”, zegt Van Baarle. „Er was niet eens sport op televisie.” Hij probeerde uit te slapen zodat de dag al een beetje gevorderd was en sprong daarna maar op de fiets met Netflix voor zijn neus. Daarna bakte hij bananenbrood of kikkererwtenbrownies. „Die corona doet gekke dingen met je”, grapt hij. Met een beetje geluk was het dan tijd voor een kleine boodschap en daarna het avondeten, bereid door chefkok Nicolas, die hem elke dag een menu bezorgde dat de diëtist van Ineos voorschreef. „Je moet het jezelf een beetje gemakkelijk maken.”

Tijdens de lockdown besloot Van Baarle zijn relatie met Sunweb-renster Floortje Mackaij te beëindigen. Ze waren drie jaar samen, maar hij voelde zich er al een tijdje niet goed bij. „We waren maatjes, maar soms is dat niet genoeg.” Zijn moeder en zusje sprak hij juist meer dan ooit. „Omdat ik er niet naartoe kon, en wel wilde weten of het goed met ze ging. Misschien word je van zo’n periode wel hechter. Ook al is de afstand groot.”

Gunstige uitvalsbasis

We sjokken een steile trap op richting het Prinselijk Paleis van Monaco. Vanuit een dichtbegroeid stuk stadsgroen wordt de skyline van Monaco zichtbaar. „Ik moet je eerlijk zeggen dat ik hier nog nooit geweest ben. Moet je nou kijken, daar zit je in de drukte, en hier is het heerlijk rustig.” Hij wijst een blauwe wolkenkrabber aan, die boven de rest van de gebouwen uittorent. „Daar heeft Chris [Froome] een appartement, en Peter [Sagan] woont aan de andere kant.” Bauke Mollema, Steven Kruijswijk en Wout Poels wonen ook in de buurt.

Monaco is de laatste jaren voor steeds meer wielrenners een gunstige uitvalsbasis gebleken. Niet alleen omdat ze er geen inkomstenbelasting hoeven te betalen, maar ook omdat ze er perfect kunnen trainen. Zo’n beetje alle wegen landinwaarts lopen omhoog. Bovendien heeft Ineos net over de grens in Frankrijk een teamhuis, waar spullen worden opgeslagen en waarvandaan trainingen worden begeleid. Voor Van Baarle voelt het als een permanent trainingskamp. „Het kost een hoop geld om wat te huren hier, maar dat gaat zich op de fiets uitbetalen.” Dat deed het al: vorig jaar won hij een bergrit in de Dauphiné.

Van Baarle loopt naar de etalage van een makelaarskantoor. „Hier, deze is negentig vierkante meter, en kost 5,2 miljoen euro. In Monaco moet je het zo zien: in je huur of hypotheek zit de belasting. Dan valt het wel weer mee.”

De verkeerschaos beneden doet Van Baarle terugdenken aan een maand geleden, toen de maatregelen van de lokale overheid stap voor stap werden opgeheven. Vanaf 4 mei mocht hij weer fietsen, maar alleen binnen de grenzen van het vorstendom. „Dan deed ik een rondje tussen de auto’s en had ik heel Monaco gezien in 25 minuten. Zo is drie uur trainen lang hoor.” Bij een zonnewijzer aan de Esplanade Rainier III houden we even halt. Van Baarle wijst naar het winkelcentrum dat vijf meter lager ligt. „Hier stond ik laatst anderhalf uur in de rij voor boodschappen. Onderweg werd ik twee keer door de politie gecontroleerd. Best heftig.”

Al die tijd zat je alleen, maar je lijkt het zonder problemen te hebben doorstaan.

„Natuurlijk maak ik me ook wel eens druk om dingen, dat is menselijk. Maar ik ben geen moment bang geweest, en ik heb me ook niet echt down gevoeld. Ik weet dat ik mentaal sterk ben. Dat heeft deze periode bevestigd.”

Terwijl je best een rugzak hebt. Je hebt al twintig jaar geen contact met je vader.

„In principe raak ik die dingen kwijt op de fiets. Dan hoef ik aan niks te denken. Soms zit ik ’s ochtends met bepaalde dingen, waarvan ik denk: misschien moet ik ze opschrijven. Maar als ik fiets, vergeet ik ze weer. En dan is het goed.”

Wat zou je kunnen opschrijven?

„Ik heb een moeder die een moeder en een vader tegelijk was. Toen ze nieuwe vriendjes kreeg, zag ik hen niet ineens als vader. Het waren mannen die er gewoon waren. Maar nu ze vorig jaar getrouwd is, is er iets in me veranderd. Hij is goed voor haar, zorgzaam. En omdat ik weet dat ze veilig is, kan ik het een beetje meer loslaten.”

Je kunt de zorgen om je moeder uit handen geven.

„Eigenlijk wel. Ik hoef me minder druk te maken als ik haar een dag niet geappt heb. Ik weet dat ze niet alleen is.”

Merk je dat je rustiger bent?

„Sinds ik hier woon besef ik hoe goed ik het heb, dat ik het allermooiste doe wat er is. En door de coronacrisis nog meer: als je binnen moet trainen, snap je hoe fijn het buiten was. Ik voel me gezegend dat ik zo’n vrij leven heb. Komt door mijn vrienden in Nederland, die zeggen soms tegen me hoe goed ik het voor elkaar heb.”

Kan je uitleggen waarom jij zo geschikt bent voor dit kluizenaarsleven?

„Als wielrenner moet je op jezelf kunnen zijn. Misschien heb ik dat nog ietsjes extra, omdat ik zonder vader ben opgevoed.”

Om er voor jezelf te zijn, bedoel je dat?

Ja, om die vaderrol zelf op je te nemen. Misschien is dat het. Daardoor ben ik ook best wel gehard. Ik houd er ook niet van als mensen te lief zijn voor me. Daar help je mij niet mee. Ik wil op mijn bek kunnen gaan, en daarvan leren. Van pamperen wordt niemand beter.”

We strijken neer bij een koffiezaak aan de Promenade Honoré II. Na een blik op zijn horloge wil Van Baarle een decafé, anders slaapt hij niet straks. Hij haalt een flesje desinfecterende gel van zijn ploeg uit zijn zak, en wrijft het in zijn handen.

Hij vertelt dat hij binnenkort op trainingskamp gaat met Ineos, naar Isola 2000 in de Zuid-Franse Alpen. Langzaam bereidt het peloton zich voor op een herstart van het wielerseizoen deze zomer, hoewel nog verre van duidelijk is of het er ook echt van gaat komen. Voorlopig kunnen renners die buiten Europa wonen hier niet komen. „Niemand weet iets”, zegt Van Baarle. „Gaan we vliegen, gaan we met de auto? En is koersen straks veilig?”

Je traint misschien voor niks. Hoe is dat?

„Het is klote dat je niet weet waar je het voor doet, maar dit is mijn beroep en er wordt van me verwacht dat ik ready ben om te koersen. Dat ik professioneel ben.”

Welke extra maatregelen heeft Ineos genomen tegen verspreiding van het virus?

„We waren al veel met hygiëne bezig, maar nu is er ook een protocol waarin staat dat we voor elk trainingskamp en elke wedstrijd op corona worden getest. Ik heb me hier in Monaco ook laten testen op antilichamen. De uitslag was negatief.”

Gaat er in augustus gekoerst worden?

„Eigenlijk ben ik nog niet zo ver dat ik daar over kan nadenken. Dat we op trainingsstage kunnen is al meer dan ik vorige maand had verwacht.”

Je bent bij deze ploeg kilo’s afgevallen en veranderd van klassiekerrenner naar een knecht die kopmannen bergop kan bijstaan in de Tour. Wat zijn je eigen ambities?

„Doordat ik zo ben afgevallen kon ik vorig jaar een bergetappe winnen. Dat had ik vier jaar geleden nooit kunnen denken. Door hard te werken… zeg nooit nooit dat ik een grote ronde kan winnen.” Hij lacht wat verlegen.

Dat is nog eens een droom.

„Nou ja, kijk, ik droom er nog niet concreet van. Maar toen ik bij Cannondale reed [2015-2017] had ik überhaupt niet het idee dat ik in een grote ronde iets te zoeken had. Dromen veranderen. Ik wil nog steeds graag een klassieker winnen, maar ik denk dat ik ook verder kan komen met klimmen. Ik ben benieuwd waar ik op uit kan komen.”

Via lege winkelstraten lopen we terug naar zijn appartement, waar niemand op hem wacht. Zo heeft hij het voorlopig het liefst. „Ik moet alleen oppassen dat ik niet te veel een kluizenaar word.”



1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 20/06/2020 22:28 door lodjan.
lodjan 20 juni 2020 22:26
INTERVIEW DANIEL ABRAHAM GEBRU
Hij is zwart in de witte wielerwereld: ‘Let op je woorden. Het doet pijn’Daniel Abraham winnaar de wegrace tijdens de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. Hij reed mee in Rio vanwege een gebrek aan zijn rechterbeen. 

In het peloton is Daniel Abraham Gebru een ongewone verschijning. Hij is paralympisch kampioen, maar koerst ook tegen wielerprofs. Hij is geboren in Eritrea, maar komt uit voor Nederland. ‘Ik wil bewust maken.’

Rob Gollin19 juni 2020, 17:43

Daniel Abraham Gebru rijdt in een wielerwedstrijd in België op kop van het peloton. Niet te hard, een ploegmaat zit verderop in een kopgroep. Hij poogt op slinkse wijze het tempo van de achtervolging te drukken. Dan komt er een renner langszij. ‘Hé, klote-neger, wat ben jij nou aan het doen?’

Het incident dateert van enkele jaren geleden, maar aan tafel in de woonkamer van een flat in Amstelveen spuwen bij het ophalen van de herinnering de ogen van de in Eritrea geboren Abraham (35) nog altijd vuur. ‘Na de finish ben ik naar hem toegegaan. Ik zei: wie is hier een klote-neger? Jij!, riep hij. Ik heb een klap gegeven, een vuist in zijn gezicht. Omstanders hebben ons uit elkaar gehaald.’

Hij is niet uit op naming-and-shaming, maar nu in de sportwereld zwarte atleten stelling nemen tegen racisme kan hij naar zijn gevoel niet achterblijven, als een van de schaarse donkere renners in het witte wielerwereldje. ‘Ik heb geen wraakgevoelens, maar ik wil graag attenderen, bewust maken, vertellen dat het pijn doet.’ 

En dat doet het geregeld, ook nu. Vaak is het ronduit: zwarte of Zwarte Piet. Of versluierd, zoals toen hij een stuurfout maakte en de berm in reed: ‘Het zijn ook altijd dezelfden.’ Hij hoorde dit na een val, waarbij hij zijn huid open haalde: ‘Ik wist niet dat jullie van binnen ook gewoon wit zijn.’

Rotte appels

In één adem voegt hij eraan toe dat het beeld geschakeerd is. ‘Er was ook een renner destijds in België die meteen naast me kwam rijden en zei: laat die eikel toch, we kennen hem wel, trek het je niet aan.’ Diens naam noemt hij wel graag: het was Sebastian Langeveld. ‘Er zitten rotte appels tussen. Het kan racisme zijn, jaloezie, dommigheid, een gebrek aan opvoeding. Maar ik zie het graag positief. Ik schat dat zeker 85 procent respectvol is, en warmhartig.’

Abraham, die op zijn 15de in z’n eentje als vluchteling naar Nederland kwam, was in 2016 kort wereldnieuws. Als paralympiër won hij in Rio de Janeiro voor Nederland goud in de wegwedstrijd, nadat in de laatste meters een Australiër en een Oekraïner elkaar in de wielen reden en onderuit gingen. De beelden van hem als de breeduit lachende derde, werden in tal van landen uitgezonden.

Hij manifesteert zich zowel als sporter met beperkingen als renner in de reguliere wielrennerij. Als peuter brak hij zijn rechterenkel die tijdens de genezing zwaar ontstoken raakte. Zijn been bleef onderontwikkeld, de mobiliteit is minder. Het plaatst hem op de Paralympische Spelen in de categorie atleten met verminderde spierkracht en beperkingen in coördinatie. 

De handicap speelt hem te midden van de profs vooral parten tijdens het sprinten. ‘Staand lukt het niet om vloeiend links en rechts met elkaar te combineren.’ Zijn specialiteit is de tijdrit. ‘Dan kun je tenminste blijven zitten.’

Sinds 2018 rijdt hij voor BEAT Cycling, de eerste commerciële ploeg in het baanwielrennen maar sinds twee jaar ook als continentale ploeg actief op de weg. Hij traint met renners als Theo Bos, Matthijs Büchli en Jan-Willem van Schip. Hij treft er een renner met dezelfde wortels: Nahom Desale (27) kwam in 2015 als vluchteling uit Eritrea naar Nederland.

Teammanager Geert Broekhuizen beklemtoont dat beiden vooral zijn gecontracteerd op basis van hun kwaliteiten. ‘Maar dat ze als vluchteling een verhaal hebben, past in ons streven rondom de ploeg een community te bouwen.’ Een samenwerking met NL Training, een instelling die taal- en inburgeringscursussen aanbiedt, brengt de fiets onder de aandacht van jonge migranten.

Bolletjestrui voor Teklehaimanot 

Wielrennen is geen sport die veel donkere sporters aantrekt. Volgens Abraham maakt fietsen als sport in niet-blanke milieus nu eenmaal geen deel uit van opvoeding en cultuur. Het vraagt ook nog eens een behoorlijke investering. Een bal is goedkoper. In het internationaal profpeloton rijdt Kévin Reza, een Fransman, zijn ouders komen uit Guadeloupe. Nacer Bouhanni is een Franse sprinter van Algerijnse afkomst. 

De Nederlandse Ceylin del Carmen Alvarado, geboren in de Dominicaanse Republiek, is wereldkampioen veldrijden bij de vrouwen. De Eritreeër Daniel Teklehaimanot veroverde in 2015 als eerste Afrikaan in de Tour de France na een etappe de bolletjestrui. Abraham: ‘Het was fantastisch. Het was zo’n prachtige combinatie, dat rood-wit van het shirt en de huid van Daniel.’

Soms komt naar buiten dat het schuurt. Team Sky schorste de Italiaan Gianni Moscon een half jaar nadat hij tijdens een race in 2017 Reza had beledigd. De NOS bood excuses aan nadat oud-renner Henk Lubberding als analist tijdens de Tour van 2013 meldde dat hij bij de start bijna omver was gereden door een ‘donker negertje’; het was Reza. ‘Het is al verbazingwekkend dat die op een fiets kunnen rijden.’ De onmiddellijke toevoeging dat hij het juist mooi vindt dat ‘kleurlingen in het peloton aanwezig kunnen zijn’ baatte niet meer. Abraham: ‘Onderschat niet wat zoiets teweeg brengt. Onderschat het nooit. Let op je woorden.’

Abrahams wielerloopbaan vertoont grote gaten. In Eritrea rijdt hij wedstrijden als nieuweling. ‘Je ziet daar net zoveel fietsen als hier. Het is de erfenis van het bestaan als Italiaanse kolonie. Het is jammer dat nergens anders in Afrika de fiets een transportmiddel is. Ze weten niet wat ze missen.’ 

Fietsen rond Almere

Hij is 14 als zijn ouders naar Ethiopië verhuizen, hij is 15 als ze worden opgepakt en teruggestuurd naar Asmara. Met hulp van buren in Addis Abeba komt hij via Kenia in Nederland terecht. Na een verblijf in drie asielzoekerscentra vindt hij zichzelf terug op een kamer in Lelystad met drie andere kinderen.

De mentor van de groep vraagt hem of graag een sport beoefent. Hij krijgt een mountainbike en meldt zich aan bij Flevorenners uit Almere. ‘Ik weet nog dat drie jongens me kwamen halen voor een training. Ik vond het geweldig. Het was een mooie ochtend in maart, we reden door het platteland, ik zag het prachtige groen en ik voelde me welkom. Ze hebben me ook weer thuisgebracht.’

Als junior gaat hij wedstrijden rijden, op een fiets van 450 gulden. Die laat hem vaak in de steek. Lekke banden, een ketting die eraf liep, een onwillige derailleur. Het is ook het begin van denigrerende opmerkingen. ‘Ik sprak nog bijna geen Nederlands, ik snapte het niet zo goed. Ik deed toch mijn best? Ik voelde wel dat het niet vriendelijk bedoeld was.’

Hij stopt. Hij is chagrijnig. Een verblijfsvergunning blijft maar uit. Het gaat niet goed met de opleiding tot machinebankwerker. Bovenal: hij heeft heimwee. Pas in 2007, als hij onder het generaal pardon valt, 7,5 jaar na aankomst in Nederland, weet hij zeker dat zijn toekomst hier ligt.

Het duurt dan nog drie jaar voordat hij zijn liefde hervindt. Hij vindt een baan bij de catering op Schiphol, waarin de wisselende diensten ruimte bieden voor trainingen op de fiets. ‘Ik werd steeds fanatieker.’ Hij vertrekt in het donker naar zijn werk, hij komt thuis in de schemering na alweer een omweg. Na een reeks mails waarin hij hengelde naar een ploeg, hapt Marco Polo Cycling in 2010 toe – de ploeg werft renners uit alle continenten.

NK tijdrijden

‘Ze waren onder de indruk van een test. De arts zei dat hij deze waarden nog nooit hadden gezien bij iemand die al jaren geen wedstrijd had gereden.’ Abrahams rijdt samen met Maleisiërs, Chinezen, Ethiopiërs, Zuid-Afrikanen. Na een kort intermezzo bij een andere ploeg, vist BEAT Cycling hem op, nadat hij in 2017 bij het Nederlands kampioenschap tijdrijden 15de wordt, Nederlands kampioen bij de elite zonder contract.

Hij is allengs over smadelijke uitlatingen in het peloton heen gegroeid, zegt hij. Hij wil niet dat het hem raakt. Hij zegt het ook tegen Nahom Desale. Negeer het. Laat ze. Laat hij het met zo’n houding juist niet in stand? ‘Het probleem van het wielrennen is dat het in volle koers gebeurt. Er is geen dood moment. Je kunt de boel niet even stilleggen, je hebt getuigen nodig. En intussen raak je je eigen concentratie en doel kwijt. ’

Het zal veranderen, denkt hij, als de internationale wielerfederatie UCI met een protocol tegen racisme komt, zodat een jury onmiddellijk kan optreden. ‘Nu kunnen nota bene al renners die afsnijden op een fietspad meteen uit koers worden genomen. Waarom zou je zoiets ook niet voor het maken van kwetsende opmerkingen kunnen regelen? Dan zou ik me wel meteen laten afzakken naar de jurywagen.’

De droom om ooit in de Tour de France of de Giro d’Italia te kunnen starten heeft hij opgegeven. Maar hij wil blijven presteren. Hij kijkt naar 2021, Tokio, de Paralympics. Eerder deze maand fietste hij als training 560 kilometer in één dag. Vanuit Amstelveen naar Gelderland, dan naar het noorden, door Flevoland weer terug. Hij vertrok om twee uur ’s nachts, hij was om half elf ’s avonds weer thuis. Hij zat op de tijdritfiets.

Bij hem aan de muur in de flat hangen medailles. Maar het goud uit Rio bewaart hij in een kastje. Daarin ligt ook een lintje, de zege leidde tot een benoeming tot Ridder in de Orde van de Oranje Nassau. Een brede lach. ‘Ik wil niet dat dit verkleurt.’
Luijt 21 juni 2020 01:02
Leuk stukkie Lodjan. Dank voor het plaatsen.
Eindhovuh 21 juni 2020 09:23
Leuk interview, thanks.
De zwarte trui 21 juni 2020 10:09
Leuk leesvoer.
(6.30 minuut)
Orakel 21 juni 2020 16:54
Dylan van Baarle hoopt een klassement te kunnen rijden in een grote ronde (ooit). Dat is nog eens een stevige ambitie. De progressie van 2019 was fameus, benieuwd naar dit seizoen.
Slimmerd 21 juni 2020 17:03
Lijkt wel een standaard Ineos-praatje, Poels riep die onzin ook altijd
Wanny 22 juni 2020 09:09
Thomas is het ook gelukt.
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.

Klik hier om in te loggen