Dylan van Baarle
InterviewWielrenner Dylan van Baarle is klaar voor koersen, na maanden trainen op zijn balkon
Dylan van Baarle Maandenlang zat hij in zijn eentje in Monaco opgesloten, de hometrainer werd zijn beste vriend. Maar Dylan van Baarle (28) vindt dat wielrenners goed op zichzelf moeten kunnen zijn. „Door mijn opvoeding heb ik dat nog ietsjes extra.”
Dennis Boxhoorn, 19 juni 2020, leestijd 7 minuten
Hij is een echte wielrenner, schrijft hij een week voor de afspraak. En die lopen nóóit. Vaak heeft hij er geen puf voor, na trainingen van zeven uur in de bergen. Alleen voor boodschappen komt hij buiten. Dan meandert hij over de onmogelijke wegen van Monaco langs stoplichten en door tunnels naar de plaatselijke Carrefour, net aan de andere kant van de heuvel. Dus als Dylan van Baarle (28) deze maandag zijn hagelwitte appartementencomplex uit komt gelopen voor een wandeling door het curieuze vorstendom, betreden we onontgonnen gebied.
Hij draagt een mondkapje, naar orders van zijn ploeg. Bij het grote Ineos laten ze niets aan het toeval over. Hij heeft zwarte basketbalsneakers aan, een korte joggingbroek, een wit T-shirt met twee rode harten op de borst, en daaroverheen een sportvest, alsof het niet drukkend warm is. Alleen de pezige, kale onderbenen verraden zijn metier.
Hij leidt de weg, via een metalen trap richting de haven van Monaco, waar de miljoenenjachten zij aan zij liggen afgemeerd. Hij woont hier al bijna twee jaar, maar het verbaast hem nog steeds. We steken de drukke Boulevard Albert 1er over, finishstraat van de jaarlijkse Formule 1-race. Nog nooit maakte hij dat spektakel mee, in die periode bereidt hij zich op Tenerife voor op de rest van het wielerseizoen. En dit jaar werd de race vanwege het coronavirus afgelast. Gelukkig maar, zegt hij. „Alles is hier dan afgesloten. En er zijn al geen wegen. Zullen we richting het paleis lopen?”
Een wandeling van 4,8 kilometer in Monaco
Dylan van Baarle heeft de afgelopen twee maanden bijna geen mens gezien. Op 18 maart keerde hij halsoverkop terug van een trainingsstage in Zuid-Afrika, waar hij met Chris Froome net op stoom raakte in voorbereiding op het Vlaamse wielervoorjaar. In Australië had hij een goede seizoensstart gehad. Aan de Algarve was hij weliswaar ziek geworden, maar hij was in vorm, reed viervoudig Tour-winnaar Froome – nog mank lopend na zijn doodsmak in de Dauphiné een jaar geleden – er in Afrika bergop af. Het kamp was op alle fronten een succes; de omgeving was geweldig, en de vechtlust van Froome was een bron van inspiratie. Maar de twee beseften: je moet er niet ziek worden.
Van Baarle landde ’s ochtends in Monaco en zou ’s middags doorvliegen naar Nederland, maar wilde eerst de situatie overzien vanuit zijn thuishonk. Toen hij begreep dat het menens was, besloot hij in Monaco te blijven. Zijn zusje heeft een schildklierafwijking, haar aanstaande echtgenote taaislijmvliesziekte. En zijn moeder is 55 jaar. „Als je er bent, wil je ze toch zien. Dat risico wilde ik niet nemen. Maar toen wist ik niet dat het twee maanden zou gaan duren.”
Al die tijd zat hij in een strenge lockdown in zijn duplex-appartement van 84 vierkante meter. Uren bracht hij door op zijn balkon met uitzicht over de Middellandse Zee, waar hij zijn hometrainer had opgesteld om kilometers te blijven maken, soms wel 160 op een dag, zeven dagen per week. Tot verbazing van zijn volgers elders in de wereld.
Fietsen op een hometrainer is ook zijn hobby niet, maar hij had geen keuze; buiten was het verboden. En zo had hij tenminste iets om handen. Hij is geen lezer, geen gamer, geen doe-het-zelver. „De rustdagen waren het verschrikkelijkst”, zegt Van Baarle. „Er was niet eens sport op televisie.” Hij probeerde uit te slapen zodat de dag al een beetje gevorderd was en sprong daarna maar op de fiets met Netflix voor zijn neus. Daarna bakte hij bananenbrood of kikkererwtenbrownies. „Die corona doet gekke dingen met je”, grapt hij. Met een beetje geluk was het dan tijd voor een kleine boodschap en daarna het avondeten, bereid door chefkok Nicolas, die hem elke dag een menu bezorgde dat de diëtist van Ineos voorschreef. „Je moet het jezelf een beetje gemakkelijk maken.”
Tijdens de lockdown besloot Van Baarle zijn relatie met Sunweb-renster Floortje Mackaij te beëindigen. Ze waren drie jaar samen, maar hij voelde zich er al een tijdje niet goed bij. „We waren maatjes, maar soms is dat niet genoeg.” Zijn moeder en zusje sprak hij juist meer dan ooit. „Omdat ik er niet naartoe kon, en wel wilde weten of het goed met ze ging. Misschien word je van zo’n periode wel hechter. Ook al is de afstand groot.”
Gunstige uitvalsbasis
We sjokken een steile trap op richting het Prinselijk Paleis van Monaco. Vanuit een dichtbegroeid stuk stadsgroen wordt de skyline van Monaco zichtbaar. „Ik moet je eerlijk zeggen dat ik hier nog nooit geweest ben. Moet je nou kijken, daar zit je in de drukte, en hier is het heerlijk rustig.” Hij wijst een blauwe wolkenkrabber aan, die boven de rest van de gebouwen uittorent. „Daar heeft Chris [Froome] een appartement, en Peter [Sagan] woont aan de andere kant.” Bauke Mollema, Steven Kruijswijk en Wout Poels wonen ook in de buurt.
Monaco is de laatste jaren voor steeds meer wielrenners een gunstige uitvalsbasis gebleken. Niet alleen omdat ze er geen inkomstenbelasting hoeven te betalen, maar ook omdat ze er perfect kunnen trainen. Zo’n beetje alle wegen landinwaarts lopen omhoog. Bovendien heeft Ineos net over de grens in Frankrijk een teamhuis, waar spullen worden opgeslagen en waarvandaan trainingen worden begeleid. Voor Van Baarle voelt het als een permanent trainingskamp. „Het kost een hoop geld om wat te huren hier, maar dat gaat zich op de fiets uitbetalen.” Dat deed het al: vorig jaar won hij een bergrit in de Dauphiné.
Van Baarle loopt naar de etalage van een makelaarskantoor. „Hier, deze is negentig vierkante meter, en kost 5,2 miljoen euro. In Monaco moet je het zo zien: in je huur of hypotheek zit de belasting. Dan valt het wel weer mee.”
De verkeerschaos beneden doet Van Baarle terugdenken aan een maand geleden, toen de maatregelen van de lokale overheid stap voor stap werden opgeheven. Vanaf 4 mei mocht hij weer fietsen, maar alleen binnen de grenzen van het vorstendom. „Dan deed ik een rondje tussen de auto’s en had ik heel Monaco gezien in 25 minuten. Zo is drie uur trainen lang hoor.” Bij een zonnewijzer aan de Esplanade Rainier III houden we even halt. Van Baarle wijst naar het winkelcentrum dat vijf meter lager ligt. „Hier stond ik laatst anderhalf uur in de rij voor boodschappen. Onderweg werd ik twee keer door de politie gecontroleerd. Best heftig.”
Al die tijd zat je alleen, maar je lijkt het zonder problemen te hebben doorstaan.
„Natuurlijk maak ik me ook wel eens druk om dingen, dat is menselijk. Maar ik ben geen moment bang geweest, en ik heb me ook niet echt down gevoeld. Ik weet dat ik mentaal sterk ben. Dat heeft deze periode bevestigd.”
Terwijl je best een rugzak hebt. Je hebt al twintig jaar geen contact met je vader.
„In principe raak ik die dingen kwijt op de fiets. Dan hoef ik aan niks te denken. Soms zit ik ’s ochtends met bepaalde dingen, waarvan ik denk: misschien moet ik ze opschrijven. Maar als ik fiets, vergeet ik ze weer. En dan is het goed.”
Wat zou je kunnen opschrijven?
„Ik heb een moeder die een moeder en een vader tegelijk was. Toen ze nieuwe vriendjes kreeg, zag ik hen niet ineens als vader. Het waren mannen die er gewoon waren. Maar nu ze vorig jaar getrouwd is, is er iets in me veranderd. Hij is goed voor haar, zorgzaam. En omdat ik weet dat ze veilig is, kan ik het een beetje meer loslaten.”
Je kunt de zorgen om je moeder uit handen geven.
„Eigenlijk wel. Ik hoef me minder druk te maken als ik haar een dag niet geappt heb. Ik weet dat ze niet alleen is.”
Merk je dat je rustiger bent?
„Sinds ik hier woon besef ik hoe goed ik het heb, dat ik het allermooiste doe wat er is. En door de coronacrisis nog meer: als je binnen moet trainen, snap je hoe fijn het buiten was. Ik voel me gezegend dat ik zo’n vrij leven heb. Komt door mijn vrienden in Nederland, die zeggen soms tegen me hoe goed ik het voor elkaar heb.”
Kan je uitleggen waarom jij zo geschikt bent voor dit kluizenaarsleven?
„Als wielrenner moet je op jezelf kunnen zijn. Misschien heb ik dat nog ietsjes extra, omdat ik zonder vader ben opgevoed.”
Om er voor jezelf te zijn, bedoel je dat?
Ja, om die vaderrol zelf op je te nemen. Misschien is dat het. Daardoor ben ik ook best wel gehard. Ik houd er ook niet van als mensen te lief zijn voor me. Daar help je mij niet mee. Ik wil op mijn bek kunnen gaan, en daarvan leren. Van pamperen wordt niemand beter.”
We strijken neer bij een koffiezaak aan de Promenade Honoré II. Na een blik op zijn horloge wil Van Baarle een decafé, anders slaapt hij niet straks. Hij haalt een flesje desinfecterende gel van zijn ploeg uit zijn zak, en wrijft het in zijn handen.
Hij vertelt dat hij binnenkort op trainingskamp gaat met Ineos, naar Isola 2000 in de Zuid-Franse Alpen. Langzaam bereidt het peloton zich voor op een herstart van het wielerseizoen deze zomer, hoewel nog verre van duidelijk is of het er ook echt van gaat komen. Voorlopig kunnen renners die buiten Europa wonen hier niet komen. „Niemand weet iets”, zegt Van Baarle. „Gaan we vliegen, gaan we met de auto? En is koersen straks veilig?”
Je traint misschien voor niks. Hoe is dat?
„Het is klote dat je niet weet waar je het voor doet, maar dit is mijn beroep en er wordt van me verwacht dat ik ready ben om te koersen. Dat ik professioneel ben.”
Welke extra maatregelen heeft Ineos genomen tegen verspreiding van het virus?
„We waren al veel met hygiëne bezig, maar nu is er ook een protocol waarin staat dat we voor elk trainingskamp en elke wedstrijd op corona worden getest. Ik heb me hier in Monaco ook laten testen op antilichamen. De uitslag was negatief.”
Gaat er in augustus gekoerst worden?
„Eigenlijk ben ik nog niet zo ver dat ik daar over kan nadenken. Dat we op trainingsstage kunnen is al meer dan ik vorige maand had verwacht.”
Je bent bij deze ploeg kilo’s afgevallen en veranderd van klassiekerrenner naar een knecht die kopmannen bergop kan bijstaan in de Tour. Wat zijn je eigen ambities?
„Doordat ik zo ben afgevallen kon ik vorig jaar een bergetappe winnen. Dat had ik vier jaar geleden nooit kunnen denken. Door hard te werken… zeg nooit nooit dat ik een grote ronde kan winnen.” Hij lacht wat verlegen.
Dat is nog eens een droom.
„Nou ja, kijk, ik droom er nog niet concreet van. Maar toen ik bij Cannondale reed [2015-2017] had ik überhaupt niet het idee dat ik in een grote ronde iets te zoeken had. Dromen veranderen. Ik wil nog steeds graag een klassieker winnen, maar ik denk dat ik ook verder kan komen met klimmen. Ik ben benieuwd waar ik op uit kan komen.”
Via lege winkelstraten lopen we terug naar zijn appartement, waar niemand op hem wacht. Zo heeft hij het voorlopig het liefst. „Ik moet alleen oppassen dat ik niet te veel een kluizenaar word.”
1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 20/06/2020 22:28 door lodjan.