Welkom! » Log in » Registreer een nieuw account

Gerben Karstens (80) overleden

Gepost door DeFin 
DeFin 08 oktober 2022 17:19
[nos.nl]

Quote

Kleurrijk en succesvol oud-wielrenner Gerben Karstens (80) overleden

Olympisch goud, 21 etappes in de drie grote rondes en een karrenvracht aan ereplaatsen in de klassiekers. De palmares van oud-wielrenner Gerben Karstens is indrukwekkend en zou nog indrukwekkender zijn geweest als hij minder schaduwkanten had gekend.

Karstens werd enkele weken geleden getroffen door een herseninfarct. Hij is zaterdag overleden in Dongen (Noord-Brabant).

Schaatskernploeg
Karstens schaatst zich op jonge leeftijd al in de nationale schaatskernploeg, maar kiest uiteindelijk voor het wielrennen. Op 22-jarige leeftijd is hij al olympisch kampioen. Samen met Eef Dolman, Jan Pieterse en Bart Zoet wint hij in 1964 de 100 kilometer ploegentijdrit bij de Spelen in Tokio. Het is de eerste gouden olympische wielermedaille op de weg van Nederland in de geschiedenis.

In zijn eerste profjaar wint hij meteen Parijs-Tours. Daarna volgen onder meer de Nederlandse titel, zes ritzeges in de Tour de France, veertien etappes in de Vuelta en een rit in de Giro. Daarmee is hij de eerste Nederlander die etappes in alle grote rondes op zijn naam schrijft.

De erelijst van Karstens had nog fraaier kunnen zijn. Terwijl de buitenwereld vooral zijn branie zag, kampte Gerben Karstens gedurende zijn wielerloopbaan met psychische problemen.

In de Ronde van Lombardije van 1969 en in Parijs-Tours van 1974 komt hij als winnaar over de streep. Beide zeges worden echter geschrapt vanwege problemen met de dopingcontrole.

JP van Poppel de enige Nederlander met meer ritzeges in grote rondes (22 om 21)



1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 08/10/2022 17:20 door DeFin.
El Chaba 08 oktober 2022 17:43
Dank voor het plaatsen.
Ik herinner me hem nog uit de TI-Raleigh ploeg van Peter Post In zijn laatste jaren.
Moge hij rusten in vrede.
Frederik D. 08 oktober 2022 19:32
Laten we zeggen dat de Karst een bijzonder exemplaar was. Er is een biografie van hem. Hij heeft ook nog redelijk geschaatst. En ook nog solo gezeild. Als ik het wel heb, hielp hij Raas nog aan een zege terwijl hij, de Karst, voor Post reed en Raas inmiddels voor Frisol. De Karst was ook de clown van het peloton. En misschien was hij enigszins manisch depressief. Doet niets af van zijn karakter.



1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 08/10/2022 19:33 door Frederik D..
Cecchini 08 oktober 2022 20:33
In het NOS journaal heette Gerben Karskens. Zal die immer kwaaie en lelijke (in allerlei opzichten) kale van Ongehoord Nederland wel debet aan zijn vrees ik.
Andere Peter 09 oktober 2022 19:23
Geweldig renner. Olympisch goud en 6 Touretappes. Op de NOS-site staat een filmpje van Karstens die ver na zijn carrière de Tour bezoekt. Vloeiend Frans sprekend (welke renner doet dat nog eigenlijk?). Het respect van generatiegenoten als Poulidor, Hinault, Van Impe, Godefroot druipt er vanaf. En vergeet niet dat hij met Merckx samen alle klassiekers won

Ik herinner mij ook een Touretappe die hij niet won omdat hij de laatste bocht verkeerd werd gestuurd. En de eeuwige legende dat hij in wandeletappes wel eens demarreerde. Waarbij het peloton vloekend gedwongen werd in actie te komen. Plots werd de wandeletappe een helse koers. Maar niet voor Karstens, want die was toen hij 300m voorsprong had achter een boom gaan staan en was weer achteraan aangesloten. Het duurde een half uur voordat de jagende voorste renners ook wisten dat er helemaal geen vluchter meer was. Voor mijn gevoel vertelde Jean Nelissen dat verhaal bijna elk jaar. Staat qua als legende pal onder die van Abdelkader Zaaf.

Branie. Maar met onderliggende klasse.



1 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 11/10/2022 12:13 door Andere Peter.
Luijt 09 oktober 2022 23:03
"De notariszoon uit Leiden" mag niet ontbreken in de platgetreden paden hierboven.
Ik ken trouwens meerdere wielrenners en meerdere notariszonen met psychische problemen.
RIP Gerben, met je mooie Paul Newman achtige
kop!
lodjan 13 oktober 2022 07:31
Gerben Karstens (1942-2022)
“De zoon van een notaire, da kan toch nie!” Woedend keek de 83-jarige Flandrien de journalist aan. “N’n ware coureur moet arm zijn.” Marcel Kint de Vlaamse wereldkampioen van 1938 spuwde de woorden vol verachting uit en had in zijn schimmig geworden geest niet meer meegekregen dat er na de Leidse notariszoon, nog een nazaat van een welgestelde fabrikant, diverse studenten en zelfs een doctorandus in de psychologie de wielerhemel hadden bestormd. Het feit lag er echter, want Gerben Karstens is een telg uit een notarisgezin, met een strenge moeder en een vader die iets milder was in zijn oordeel over zijn twee jongste zonen, die hij met zijn vrouw maar niet in het gareel kon krijgen. Naast de oppassende en leergierige Jan en zus Coby, die vaak het mikpunt van hun grappen was, buitelden Gerben en Wimfred als reproducties van Pietje Bell door het leven en ze kwamen er meestal mee weg.
Ze hadden het talent om zich uit benarde situaties te redden met een goed getimede kwinkslag, een gevatte opmerking of een onverwachte daad en diep in hun hart konden vader en moeder Karstens er ook wel eens om lachen, want ze hadden die belhamels immers zelf verwekt. Rob was het nakomertje in het gezin, en de enige van de familie die enigszins in de voetsporen van zijn dertien jaar oudere broer is getreden door ook te gaan fietsen. Een apart gezin wonend in een statig pand aan de Leidse Apothekersdijk waar, boven de notarispraktijk, Gerben Karstens is opgegroeid. Hij was echter geen stadsjongen, want wie in zijn tienertijd aan hem vroeg wat hij later wilde worden kreeg steevast het antwoord boer en schaatser, een beroep en een hobby waarbij hij buiten in de vrije natuur kon zijn. Ontmoetingen met Gerben verlopen vaak hilarisch, maar als je een serieus gesprek met hem wil voeren, moet je over de wonderen van de natuur beginnen.
In zijn vrije tijd werkte hij al heel jong bij een boer in Oud Ade en genoot van het bezig zijn met beesten en gewassen. Maar als er ijs lag kwam hij niet, want dan moest-ie schaatsen. Hij had talent voor die sport en enkele jaren later maakte hij al deel uit van de Nederlandse kernploeg met mannen als Henk van de Grift en Rudie Liebrechts. Op de net aangelegde kunstijsbanen in Amsterdam en Deventer bracht hij het tot de belangrijkste Nederlandse schaatsselectie en zijn ontwikkeling liep parallel met die van latere grootheden als Ard en Keessie, die hij in hun begintijd vaak de baas was. Elke schaatser traint ook op de racefiets en de sportjongen in hart en nieren ging in de zomermaanden koersen. Ook voor die sport had hij talent en in het begin van de jaren zestig beschikte Nederland over een veelbelovende schaatser en een topwielrenner in één persoon verenigd. Van zijn ouders erfde hij de behoefte aan zekerheid die in geld wordt uitgedrukt en daarom besloot hij uiteindelijk wielrenner te worden omdat er in het schaatsen in die tijd nog helemaal niets was te verdienen. Als vooraanstaand amateurrenner haalde hij daarentegen al meer geld op dan menig beroepsrenner.
Als jong rennertje kende hij het probleem van de zondagsrust, waar in het streng gereformeerde gezin streng de hand aan werd gehouden. Twee keer op de dag des heren naar de kerk en verder niets, laat staan aan sport doen. Uiteraard lichtte hij de hand met dat strenge verbod en moest af en toe bij vrienden gaan logeren omdat moeder hem weer eens de deur had gewezen. Nooit ging-ie uit zichzelf terug, maar kwam zijn vader hem als de verloren zoon ophalen, waarna de strijd om de invulling van de zondagse uren opnieuw kon losbreken. Toen zijn ouders uiteindelijk accepteerden dat ze hem toch niet konden temmen, gaven ze oogluikend hun zegen, maar niet van harte. Toen hun sportieve zoon na een val in de Ronde van Zuid-Holland eens als een omzwachtelde mummie thuis werd afgeleverd, kon zijn moeder het niet laten misprijzend te zeggen: “Dat heb je er nou van als je zondags gaat sporten!” Toen hij enkele maanden later met de Nederlandse ploeg naar Tokyo werd uitgezonden voor de daar te houden Olympische Spelen bracht ze hem met de auto naar Schiphol en vroeg aldaar aan de chef d’équipe van de wielrenners of die een beetje op haar zoontje wilde letten, omdat er anders van alles mis kon gaan. Juuf van Ballegoijen de Jong, de in de wielrennerij hobbyende NS-directeur, beloofde het plechtig, zonder nog te weten met welk een ongeleid projectiel hij van doen had.
Nadat Gerben met Bart Zoet, Jan Pieterse en Eef Dolman goud had gewonnen in de 100 kilometer ploegentijdrit, kregen de vier toestemming om ter ontspanning een avondje Tokyo in te gaan. Ze waren jong en ze wilden wat en ze kwamen in een striptent terecht. Een paar uur later kreeg Van Ballegoijen de Jong in het Olympisch Dorp bezoek van de politie. Gerben was gearresteerd, omdat hij had geprobeerd er met een poedelnaakte stripdanseres vandoor te gaan, een poging die maar net verijdeld werd. De bewakers die hem hadden tegengehouden leverden hem over aan de politie die in de spraakverwarring alleen begreep dat de onverlaat een Nederlandse goudenmedaillewinnaar was. Het kostte de chef d’équipe na aankomst op het politiebureau heel veel moeite de gelauwerde stripnapper mee te krijgen en verloor Gerben daarna geen moment meer uit het oog. Het is een van de honderden anekdotes die over De Karst de ronde doen en onder wielervrienden heeft iedereen er wel één paraat. Het zijn vaak knotsgekke verhalen die elkaar in hilariteit overtreffen. De grappen zijn niet altijd even fijnzinnig, soms uiterst grof, maar wel zeer typerend voor het exuberante feestbeest uit Leiden dat zijn leven lang een dollend kind is gebleven.
Hoe hij zich met drie woorden Frans en een uitroepteken (Moi Karstens, pousser!) de hoogste cols liet opduwen, met een stalen gezicht in een restaurant een rauwe forel bestelde om die ten overstaan van een groot gezelschap met kop, staart en graat te nuttigen; die het presteerde om op een sponsorfeestje met vele dure genodigden in het aanpalende zwembad te duiken, zijn zwembroek uit te trekken en op zijn handen in het water te gaan staan; die kakelend als een kip op zijn hurken rondsprong om het ei te leggen dat hij kort daarvoor in zijn anus had gepropt en die in een wandelend peloton de meest bizarre fratsen kon uithalen. Hij bedacht het ter plekke en voerde het ook direct uit, want tussen inval en daad zit bij hem geen rem. Toch deed hij dit alles niet alleen om te shockeren, maar ook om zijn marktwaarde te verhogen, want waar De Karst kwam, daar werd gelachen en als ze hem er dan zo graag bij wilden hebben, dan moesten ze ook maar betalen. Zijn startgeld bij criteriums was altijd het hoogste van allemaal en hij was de eerste topsporter die zich liet betalen voor een interview.
Alle gekkigheid en clownerie buiten beschouwing gelaten is Gerben Karstens een geweldige wielrenner geweest die een erelijst bij elkaar heeft gefietst, waar menige toprenner van nu jaloers op kan zijn. Er staat alleen geen grote overwinning op zijn erelijst in de vorm van een wereldkampioenschap of een zege in een grote ronde. Alleen de Ronde van Lombardije wist hij ooit winnend af te sluiten, maar de zege werd hem ontnomen na een positief plasje. Daar werd toen nog niet zo zwaar aan getild als tegenwoordig, maar het blijft sneu, want bijna iedere renner uit die tijd pakte wel eens wat. Het hoorde bij de wielercultuur en echt harder ging je van zo’n amfetamientje niet rijden. Behalve een Nederlands kampioenschap, de najaarsklassieker Parijs-Tours en enkele andere eendagskoersen heeft hij zich vooral onderscheiden als rittenkaper in de grote ronden. In de Ronde van Italië won hij slechts één etappe, maar reed de Giro ook maar één keer. In de Tour de France ging hij elf keer van start, reed er tien van uit, won zes ritten en droeg twee dagen de gele trui. Het meest succesvol was hij echter in de Ronde van Spanje, want in de Vuelta ging hij maar liefst veertien keer als ritwinnaar over de streep. Meestal in een massasprint. Hij was geen echte sprinter als Cipollini of Cavendish in later jaren, maar bezat het zeldzame vermogen om op topsnelheid nog dat extra duwtje te kunnen geven dat op de streep het verschil maakte. Om daarna op het erepodium weer de Gerben Karstens Showop te voeren die men van hem gewend was.
Bij een close finish waarbij hij net niet had gewonnen, stak hij desondanks zijn handen juichend in de lucht om direct daarna naar het erepodium te benen, de huldiging van de winnaar te ondergaan om pas dan te horen dat uit de fotofinish was gebleken dat niet hij maar een ander de rit had gewonnen. Teleurgesteld was hij niet, want hij grijnsde breed en zei: “De publiciteit nemen ze me niet meer af.” Kortom, een wielerleven vol met hoogtepunten maar ook vol met plezier, want een mens leeft maar één keer en waarom zou je dan er niet alles uithalen wat er in zit? Nadat hij nog enkele jaren een forse bijdrage had geleverd aan het grote succes van de Raleigh-ploeg stopte hij in 1980 met de wielersport. Boer wilde hij niet meer worden, maar had nabij het Brabantse Rijen wel ooit een lap grond gekocht om er bomen te gaan kweken. Dat bleek echter toch niet de gedroomde broodwinning. Hij ging solliciteren bij een handelsfirma om vertegenwoordiger te worden. Bij het sollicitatiegesprek vroeg de directeur hem wat hij zoal kon. "Ik kan alles" zei Gerben bescheiden, "zelfs op je bureau op m'n kop staan." Zonder een reactie af te wachten voegde hij de daad bij het woord en enkele minuten lang stond hij kaarsrecht en doodstil ondersteboven op het bureaublad van zijn beoogde werkgever. Toen hij weer op zijn benen stond, zei deze: "Je bent aangenomen, want iemand die zich zo presenteert moet wel een goede verkoper zijn."
Hij toonde zich inderdaad een verkoper die in staat was ijs aan de eskimo’s en winterjassen in de tropen te verkopen, maar van werken voor een ander word je niet rijk. Het was de tijd dat het zakenleven aan marketing ging doen. In plaats van met hagel schieten, moest er doelgericht met de markt worden gecommuniceerd en zo ontstond het begrip Direct Marketing. Gerben werd adressenleverancier en verkocht zijn tent weer op het moment dat die het meeste waard was en van zijn lap grond maakte hij een golfterrein dat hij aan een vereniging verhuurde. Hij ging daar als rentenier zelf golfen, fietste veel en werd zeezeiler, een bezigheid waarvoor je nogal wat moet leren voordat het officieel is toegestaan het ruime sop te kiezen. Meestal alleen, soms met een bemanningslid en af en toe vaart Jenny zijn vrouw een paar weken mee. Hij doorkruist dan de immense Griekse wateren, legt aan op een van de honderden eilandjes en ragt dan met zijn mountainbike door de ongerepte natuur. In 2010 nam hij met zijn jacht Winds & Tides als toerist deel aan een grote zeilrace op de Stille Oceaan om pas na zes maanden in Brabant terug te keren.
Er zijn maar weinig mensen die begrijpen waarom een zo luidruchtig persoon die altijd mensen om zich heen heeft, het zo lang in eenzaamheid kan uithouden. Dat is echter niet zo vreemd, want Gerben is in de eerste plaats een natuurmens. Als renner trainde hij altijd het liefst alleen en verveelde zich nooit. Met de wind om zijn oren zag hij onderweg alles wat groeide, bloeide, blad verloor, afstierf, hoorde hij de vogels, zag hij de dieren in hun eeuwige jacht om te overleven en genoot hij in stilte. Het is een levensbehoefte geworden, reden waarom hij nog altijd fietst. En waar manifesteert de natuur zich machtiger dan op de oceaan waar de overweldigende kracht van het water nog eens extra wordt uitvergroot. Daar deel van uitmaken zonder gelul aan je kop om alles om je heen optimaal op je te laten inwerken geeft hem meer voldoening dan alle zeges die hij als sportman heeft behaald of de geintjes die hij heeft uitgehaald. Het is wel een hobby die je als getrouwd man moet kunnen uitoefenen en ook in dat opzicht is Gerben Karstens een zondagskind. Hij is al 45 jaar met Jenny getrouwd en zij heeft hem genereus altijd die ruimte gegeven. Hoewel ze hem fel en plein publique tot de orde kan roepen als de rem tussen inval en daad weer eens hapert, weet ze dat je een vrije vogel niet in een kooi moet houden, maar hem het hele zwerk moet gunnen. Op z’n 71ste lijkt hij een beetje te zijn uitgeraasd, maar wees altijd voorbereid op het moment dat hij weer eens door zijn remmen schiet en iedereen blauw ligt van het lachen. Gerben Karstens, een bijzonder mens, over wie we nooit uitgepraat zullen raken.
Rust zacht, Gerben!
Uit Als je de Tour niet hebt gereden … Deel 1
Fred van Slogteren
Cecchini 13 oktober 2022 21:08
Af en toe wat regels tussen de alinea’s geeft wat meer zin om zoveel tekst te gaan lezen. Een mooie lay-out is het halve werk.
El Chaba 13 oktober 2022 23:05
Tjappie2 14 oktober 2022 11:47
Leuk om te lezen. En interessant om te vernemen dat het Vlaamse Calimero-complex zo sterk is dat zelfs (beginnende) seniliteit dat niet uit het dna weet te wissen.
Luijt 15 oktober 2022 12:21
Prima leesbaar verhaal. Ik stoor me niet aan het ontbreken van plaatjes.

Stuk prettiger in ieder geval dan topics die gevuld worden door enkele prikkers die kennelijk een onstuitbare behoefte voelen om ons te overvoeren met hun gedachtenspinsels. Kan er niet een quotum ingesteld worden?
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.

Klik hier om in te loggen