Dat ongeluk in Spanje 23 januari is een zwarte dag voor de ploeg van Giant-Alpecin. Op trainingstage in Spanje botst een SUV op een zestal renners. Chad Haga (27) is er het slechtst aan toe. Zondag 17 april reed hij de Amstel Gold Race.
Door: Bart Jungmann, Iwan Tol/ Volkskrant
Chad Haga knippert met zijn ogen tegen de ochtendzon. Het is iets na tienen op de Markt in Maastricht. Kwartiertje nog, dan gaat de 51ste editie van de Amstel Gold Race van start.
Haga is een 27-jarige Amerikaan uit Texas die sinds vorig jaar onder contract staat bij Giant-Alpecin. Op zijn gezicht en nek lopen littekens, een overblijfsel van het verkeersongeluk in Spanje, waarbij in januari dit jaar zes renners van zijn ploeg betrokken waren. Van al die renners was Haga er het slechtst aan toe.
Was hij een paar centimeter verder geraakt, dan zou hij waarschijnlijk zijn overleden aan de gevolgen van een slagaderlijke bloeding. Nu kon hij met de helikopter naar het ziekenhuis in Alicante worden gevlogen. 'Ik ben heel dicht bij de dood geweest', zegt hij. 'Zoiets verandert je leven voorgoed.'
Eén voor één stappen ze de bus uit, de renners van Giant-Alpecin. Een bescheiden applaus van de mensen achter het lint als Tom Dumoulin verschijnt. Voor Haga, de man met rugnummer 46, heeft vrijwel niemand oog. 'Voor de mensen is het ongeluk gebeurd, klaar, het is geschiedenis. Zou andersom ook zo zijn. Maar voor mij is het niet voorbij, ik moet er nog elke dag mee leven.'
Een groepje van zes renners (Soren Gragh Andersen, de zevende renner, had zich net laten afzakken om een bidon te halen) begon die zaterdag 23 januari aan een lichte afdaling, toen in tegenovergestelde richting een 73-jarige Britse vrouw met haar SUV kwam aanrijden. Ze reed op de verkeerde weghelft. 'Het is gissen, maar het zou kunnen dat ze in haar natuurlijke systeem is geschoten, omdat ze gewend is links te rijden', zegt teambaas Iwan Spekenbrink. 'Ze is in elk geval afgeleid geweest, want als je die jongens op je ziet afkomen, dan rem je, maar dat is niet gebeurd.'
Een frontale botsing volgde. John Degenkolb beschreef de ravage in De Telegraaf alsvolgt: 'De straat was veranderd in een slagveld zoals je je dat voorstelt na een zware strijd in een oorlog. We lagen niet naast elkaar, maar we lagen in een gebied van zo'n vijftig tot honderd meter overal verspreid.'
Wat Haga zich nog herinnert is die ene gedachte, vlak voor de klap: 'Waarom wijkt die auto niet uit!?' Daarna ging het licht uit. Met de fysieke schade viel het, wonder boven wonder, mee. Na tien dagen zat hij alweer op de rollerbank. Maar geestelijk dreunt de klap nog altijd na.
Traumaverwerking
Om de psychische schade zo veel mogelijk te beperken, riep Giant-Alpecin de hulp in van experts in traumaverwerking, ook voor de renners die tijdens het trainingskamp in andere groepjes reden. Spekenbrink: 'Zij zijn langs het ongeluk gereden en hebben hun hoofd afgewend. Dan weet je wel hoe erg het was. Ook zij hebben een klap gekregen.'
In de Amstel Gold Race speelt Giant geen rol van betekenis. Haga moet knechten voor de kopmannen, maar heeft geen goeie benen. Het is pas zijn derde wedstrijd na 'Spanje', de vorm is er nog niet.
Geregeld kent Haga nog angstmomenten, vertelt hij na afloop. Ook tijdens de Amstel Gold Race. 'Een auto passeerde ons rakelings, en later een motor. Op die momenten schiet het ongeluk weer door mijn hoofd.' Maar het meest vervelend zijn de trainingen; dan kan elk moment weer een niet oplettende automobilist opduiken.
Met de 73-jarige vrouw heeft Spekenbrink tot nu toe geen contact gehad. Ze is er nog niet toe in staat. Gesprekken lopen via haar familie. Voor de rest is het een zaak voor verzekeringsspecialisten, zegt hij. De teambaas verwacht dat het nog jaren zal duren voordat het duidelijk zal zijn hoeveel geld er wordt uitgekeerd om de geleden schade te compenseren.
Lange tijd legde het ongeluk een deken van zwaarmoedigheid over de ploeg. Maar de laatste tijd ziet Spekenbrink de sfeer ten goede keren. Hij somt op: 'Sam Oomen doet het goed, Ramon Sinkeldam reed een uitstekende Parijs-Roubaix. Ik geloof echt dat we ook dit seizoen weer zullen groeien, al is dat voor het grote publiek nog niet zichtbaar.'
Ook Haga is optimistisch. 'Hoe meer ik rij, hoe minder vaak ik die angstmomenten heb. Dat is goed nieuws.' Aan stoppen heeft hij welgeteld één dag gedacht, de dag na het ongeluk. Daarna besloot hij door te gaan. Strijdbaar: 'Als ik stop met wielrennen, dan stop ik op mijn manier.'