Welkom! » Log in » Registreer een nieuw account

Ruud Bakker (72) overleden

Gepost door D. Marrage 
D. Marrage 02 februari 2016 09:31
Na een paar dagen ziekbed is oud Raleigh-verzorger Ruud Bakker (72) bezweken aan de gevolgen van een auto-ongeluk...


Links De Kneet, rechts Bakker.



2 keer gewijzigd. Laatste wijziging: 02/02/2016 09:35 door D. Marrage.
D. Marrage 02 februari 2016 09:33
NOS

Oud-wielerverzorger Ruud Bakker is op 72-jarige leeftijd overleden. De soigneur, die in de jaren zeventig en tachtig indruk maakte met zijn manier van verzorgen, was afgelopen zaterdag betrokken bij een auto-ongeluk. Het ernstig hersenletsel dat hij daarbij opliep is hem fataal geworden.

Bakker maakt in 1974 zijn debuut bij de TI Raleigh-ploeg van Peter Post. En al meteen doet hij daar dingen die nieuw zijn. Zo introduceert hij vloeibare suikers, een elektrostimulator en ultrasoon geluid in het peloton.

Later ontwikkelt hij een goedje om op de huid van renners te smeren, ter bescherming tegen de regen. Hij komt op het idee na een wandeling in het park met zijn gezin. Hij ziet in de vijver eenden kopje onder gaan en het water daarna van de veren afglijden. In de Tour van 1980 regent het veertien dagen. De renners zijn dolblij met het imitatie-eendenvet.

Maar Bakker is meer dan alleen een verzorger voor renners, hij ontpopt zich ook als vertrouwenspersoon van onder anderen Joop Zoetemelk, Jan Raas en Hennie Kuiper. Gerrie Knetemann noemde hem ooit "de wereldkampioen der soigneurs".
Een Rolex cadeau

Aan de vooravond van de Tour de France in 1980 zitten ploegleider Post en Bakker met elkaar te praten. Bakker zegt dat hij het gevoel heeft dat Zoetemelk - na vijf tweede plaatsen - de Tour de France gaat winnen. Post belooft hem: als je gelijk hebt, krijg je van mij een Rolex.

In 2005, inmiddels 25 jaar later, laat hij trots zijn horloge zien aan verslaggever Jean Nelissen. "En hij is net als nieuw, net als Joop. Niks geleden!", zegt Ruud Bakker lachend.
Cecchini 02 februari 2016 10:32
Interview met RUUD BAKKER in Soigneur

door Martijn Boot (2012)



Gerrie Knetemann noemde hem ooit ‘de wereldkampioen der soigneurs’. Met recht, Ruud Bakker (68) tilde het vak van verzorger naar een hoger niveau. In zijn tijd bij de vermaarde TI Raleigh ploeg, en later bij Panasonic, was hij medeverantwoordelijk voor een ongekend aantal zeges, werkte hij intensief samen met diverse wereldkampioenen en wist hij als enige Nederlandse soigneur de Tour te winnen met een Nederlandse renner, Joop Zoetemelk. Ruud Bakker zit vol legendarische wielerverhalen en anekdotes over ‘zijn’ renners. Veel van wat hij meemaakte zal echter nooit bekend worden, de vertrouwensrelatie tussen soigneur en renner is tenslotte heilig. Maar ook zonder namen en rugnummers valt er genoeg te vertellen. Slechts twee onderwerpen zijn taboe, stelt hij lachend: doping en buitenechtelijke relaties.


Tot zijn diensttijd is hij zelf een niet onverdienstelijk renner, maar dan doet hij zijn eerste ervaring op als masseur. ‘Bij ons op de kazerne was een voetballer van Go Ahead die ook als jeugdinternational speelde. Hij zat met een blessure aan zijn rug maar had dat weekend een wedstrijd. Of ik hem niet kon helpen. Iedere wielrenner kan tenslotte masseren, zo redeneerde hij. Ik had als renner natuurlijk vaak mijn eigen benen ingesmeerd, maar iemand masseren had ik nog nooit gedaan. Bij gebrek aan beter masseerde ik hem met geweerolie.’

Na zijn diensttijd rijdt Bakker nog een tijdje bij de Ron Hometrainer ploeg, maar zijn keuze is dan al gemaakt. Hij wil verzorger worden. ‘Ik had een opleiding elektrotechniek gevolgd, maar ben weer naar school gegaan om heilgymnastiek en massage te doen. Ik kreeg direct een aanbieding om bij een goede amateurploeg als verzorger aan de slag te gaan. Tijdens amateurzesdaagsen zag ik professionele soigneurs werken met hun renners. In die tijd waren soigneurs nog hele chique mannen, met een mooie hoed op en van die witte jassen. Ik zag die kerels bezig met die grote renners en dacht: dat wil ik ook!’

´DIE RENNERS, VAAK NOG JONGE JONGENS, KREGEN BIJ TIJD EN WIJLE GENADELOOS OP HUN FLIKKER.’

In 1974 wordt Bakker benaderd door Peter Post, die op dat moment bezig is een ploeg te formeren, met de vraag of hij zijn renners wil begeleiden. ‘Post had nog maar een klein ploegje, maar hij wilde die uitbouwen tot een echt grote ploeg. Als ik het niveau aankon, zou ik meegroeien. Dat was precies wat ik zocht. Ik was jong en ambitieus. Post wilde bovendien investeren in studie en professionalisering van het vak.’ Dat eerste jaar stelt de ploeg nog niet zoveel voor. De echte kanonnen komen pas later. De ploeg van Post rijdt dat jaar alleen de Ronde van Spanje. Bakker beleeft desondanks zijn eerste Tour de France. In een kleine Franse ploeg weet Post een plek voor hem te regelen. ‘Tijdens mijn eerste Tour leerde ik vooral hoe het niet moest. Op het gebied van voeding was het allemaal maar een beetje uit de losse hand, renners moesten veel zelf uitzoeken. Daar kon ik dus echt een verschil maken. De verzorging van de inwendige mens, vitamineprogramma’s, ik zag veel ruimte voor verbetering. Dat was natuurlijk ook de bedoeling van Post. Het was een voorbereiding op de Tour van het jaar daarop.’

Vanaf het begin van zijn loopbaan als verzorger onderscheidt Bakker zich met een wetenschappelijke aanpak. Hij verdiept zich in de noden van een renner, zowel tijdens de koers als in het herstelproces. ‘In 1973, bij de amateurs nog, maakte ik al gebruik van vloeibare suikers. Bij een lokale importeur die onder andere Macleans tandpasta van de firma Beecham in Nederland vertegenwoordigde, vond ik geconcentreerde suikers: Hycal. Daarmee vulde ik kleine plastic flacons om tijdens de laatste honderd kilometer wat extra energie te geven.’

Die professionele lijn wordt doorgezet bij de ploeg van Post. Er wordt budget vrij gemaakt voor studie en medische begeleiding en Bakker werkt samen met onderzoekers aan de Universiteit van Maastricht. Tijdens de Tour van 1982 wordt de ploeg zelfs vergezeld door prof. dr. Wim Saris, een specialist op het gebied van voeding. ‘Die Tour werden de renners constant gemonitord. Voor het eerst kregen we exact zicht op wat de renners verbrandden. Niet alleen de hoeveelheid calorieën, we konden ook zien waar en wanneer ze bijvoorbeeld vetten, koolhydraten of eiwitten verbrandden. Op basis van die informatie konden wij de voeding en het herstelprogramma specifiek afstemmen op de renner en de gevraagde inspanning. Dat was ongekend in die tijd.’



Met zijn wetenschappelijke benadering drukt Bakker een revolutionair stempel op het vak van verzorger. Kleine veranderingen hebben enorme impact in een tijd waarin verzorging feitelijk nog in de kinderschoenen staat. Tegenwoordig zijn de marges vele malen kleiner. Het vak zoals het indertijd werd uitgeoefend bestaat in die zin ook niet meer. ‘Tegenwoordig verzorgt een omvangrijk team de begeleiding van de renners. Medici, fysiotherapeuten, mental coaches, inspanningsfysiologen… in mijn tijd bestond dat allemaal nog niet. Tijdens de Tour was er slechts één arts. Ik had de supervisie over een klein team en droeg de verantwoordelijkheid over de complete verzorging. Ik masseerde, ging over de voeding en ravitaillering, maar ik verzorgde ook het medische aspect bij valpartijen. En de mentale begeleiding natuurlijk. Ik was de vertrouwenspersoon, moest renners die in de put zaten motiveren.’

Met name door die mentale ondersteuning smeedt Bakker hechte banden met zijn renners. Hij blijkt over het juiste karakter te beschikken om te laveren tussen de renners aan de ene kant en de ploegleiding aan de andere. Post was een harde man die zei waar het op stond. Tussen Post en Bakker ontstaat na verloop van tijd dan ook een onuitgesproken rolverdeling. ‘Bij mij op tafel luchtten de renners hun hart. Jongens die zich goed voelden, maar niet het vertrouwen kregen deden bij mij, in vertrouwen, hun beklag. Maar Post kon natuurlijk ook flink te keer gaan. Die renners, vaak nog jonge jongens, kregen bij tijd en wijle genadeloos op hun flikker. Ik moest ze er dan weer bovenop helpen. Maar dat gold niet alleen voor de jonkies hoor. Ik weet nog goed hoe Zoetemelk in zijn gewonnen Tour de eerste week slecht reed. Ze moesten in de etappe naar Roubaix telkens op hem wachten. Aan het einde van die rit kwam Joop totaal verregend over de streep. Het kwam die hele Tour trouwens met bakken uit de hemel. Ik smeerde de rennersbenen altijd in met ‘eenden vet’, dat had ik zelf ontwikkeld om het water van de benen te laten lopen. Desondanks zat Joop er als een verzopen vogeltje bij terwijl zijn ploegmaten op hem foeterden. En daarna kwamen de journalisten er nog overheen, met twintig man stonden ze ons op te wachten bij het hotel. Op die momenten was je ook een soort van bodyguard. Ik sleepte Joop erdoorheen. Niks geen interviews, eerst verzorgen. En ja, dan kwamen de verhalen en emoties.’

Met zijn massagetafel als biechtstoel en een kort lijntje naar de ploegleiding speelt Bakker een belangrijke rol in het team. Hij lijmt breuken, blust brandjes en houdt de boel bij elkaar. ‘Renners zijn kwetsbaar en de druk is hoog. Er zijn zoveel facetten die meespelen. Druk vanuit de ploegleiding, verwachtingen van kopmannen, hun eigen ambities, de onderlinge hiërarchie en altijd de vraag of je benen goed zijn. Dat zorgt voor een hoop stress. Waar het om gaat is vertrouwen geven. Toen ik later haptonomie ging studeren, herkende ik dat ook direct. Je moet die jongens vertrouwen geven. Door met ze te praten, maar je moet ze het ook laten voelen. Als soigneur ben je constant met hun benen bezig, ik voel of ze goed zijn. En meestal waren ze dat ook, al heb ik soms wel moeten jokken. Voor hun eigen bestwil.’

Het succes van Bakker kent, naast zijn persoonlijke kwaliteiten, drie aanwijsbare redenen. Allereerst de renners. ‘Ik had natuurlijk het geluk te mogen werken met een ongekend getalenteerde groep. Kuijper, Knetemann, Raas, Zoetemelk, Van der Velde, Lubberding… stuk voor stuk grote renners die vele successen behaalden. Wanneer je met mindere jongens werkt die zelden wedstrijden winnen, weet je ook niet waar je staat als verzorger. Met onze ploeg kreeg ik de bevestiging van mijn kwaliteiten en natuurlijk een hoop feedback waardoor ik me verder kon ontwikkelen.’ Ten tweede de tijd. Verzorging staat nog in de kinderschoenen waardoor hij met zijn revolutionaire aanpak het verschil kan maken. Tot slot het vertrouwen en de bereidheid van Post om te investeren in studie en een meer wetenschappelijke benadering. In een tijd waarin het wiel nog zelf uitgevonden moet worden, blijft Bakker onderzoeken en door ontwikkelen. Hij loopt stage bij de Miami Dolphins om te leren tapen, raadpleegt dermatologen om het zitvlak van zijn renners intact te houden, ontdekt zo dat Biotex bijzonder geschikt is om wonden mee te reinigen en ontwikkelt eigenhandig een alternatief op aluminiumfolie om de broodjes voor onderweg te verpakken. Een product dat nu nog gebruikt wordt. ‘De broodjes en taartjes zaten altijd in van dat zilverfolie, maar dat werkte toch niet echt lekker. Het is scherp aan je lippen en echt rottig voor je tanden. Ik dacht dat kan beter. Ik eindigde uiteindelijk bij een boterfabriek in Zaandam. Die hadden van dat boterpapier dat helemaal bekleed is, daar kan je het eten, net als bij een bordje, zo vanaf naar binnenschuiven. Liet ik dat maken in goud met Panasonic Racing Team erop gedrukt. Ja, soms sloegen we wel door hoor.’

‘MET ONZE PLOEG KREEG IK DE BEVESTIGING VAN MIJN KWALITEITEN EN NATUURLIJK EEN HOOP FEEDBACK WAARDOOR IK ME VERDER KON ONTWIKKELEN.’
Carrières in de sport, ook die van een soigneur, zijn beperkt houdbaar. Met een vrouw en twee kinderen moet de schoorsteen echter wel blijven roken. Al tijdens zijn actieve loopbaan besluit hij dan ook zijn specifieke kennis, inventiviteit en naamsbekendheid te gelde te maken. Onder de naam Ruud Bakker Specialiteiten brengt hij een lijn verzorgingsproducten voor de renner op de markt en in 1984 schrijft hij bovendien een boek: ‘Voeding en verzorging van een wielrenner’. ‘Als eerste verzorger stond ik altijd bij de finish om de renners op te vangen. Dat hoorde bij mijn rol in het team, maar het was ook goede publiciteit voor mij. Onze jongens wonnen nu eenmaal veel dus zo kwam ik ook vaak in de krant en op de buis.’

In 1988 zet hij een punt achter zijn loopbaan als soigneur en opent hij een sauna en praktijk in Bosschenhoofd. ‘De sport begon te veranderen en het vak van soigneur veranderde mee. Het takenpakket werd langzaam opgesplitst in diverse specialisaties. Het team van begeleiders werd uitgebreid met artsen en fysiotherapeuten, mijn rol werd minder boeiend. Bovendien was het een zwaar bestaan. Veel van huis, lange dagen en de constante druk van het winnen. Het was mooi geweest.’

Terwijl Mevrouw Bakker nog een rondje koffie serveert, trekt haar man een net overhemd aan voor op de foto. Hoewel we inmiddels een paar uur binnen zijn, lijkt hij geen aanstalten te maken ons de deur te wijzen. Al pratend komen uit lades en kasten fotoboeken en knipselmappen te voorschijn. Prachtige platen, velen gesigneerd, boeken, tijdschriften, koerstruien, washandjes, medailles en natuurlijk de Rolex met inscriptie, een cadeau van Peter Post na de gewonnen Tour van 1980.

bakfiets 02 februari 2016 11:47
Gio Lippens zei vanmorgen op radio 1: over 2 dingen moest je het niet hebben doping en buitenechtelijke affairessmiling smiley
Sorry, alleen geregistreerde gebruikers mogen berichten plaatsen in dit forum.

Klik hier om in te loggen